Aanwijzingen met betrekking tot het rijden
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len door voorwerpen in de beenruimte
van de bestuurder
Voorwerpen in de beenruimte van de
bestuurder kunnen de slag van de pedalen
beperken en een ingedrukt pedaal blokkeren.
Hierdoor wordt de bedrijfs‑ en verkeersveilig‐
heid van de auto in gevaar gebracht.
Alle voorwerpen in de auto veilig opber‐
#
gen, opdat deze niet in de beenruimte
van de bestuurder terecht kunnen
komen.
De vloermatten altijd stevig en zoals
#
voorgeschreven aanbrengen, zodat
altijd voldoende vrije ruimte voor de
pedalen is gewaarborgd.
Geen losse vloermatten gebruiken en
#
niet meerdere vloermatten op elkaar
leggen.
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len door ongeschikte schoenen
De bediening van de pedalen kan door onge‐
schikte schoenen worden bemoeilijkt, bij‐
voorbeeld:
Schoenen met plateauzolen
R
Schoenen met hoge hakken
R
Pantoffels
R
Tijdens het rijden altijd geschikte
#
schoenen dragen, om de pedalen veilig
te kunnen bedienen.
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len bij uitgeschakeld contact tijdens het
rijden
Als het contact tijdens het rijden wordt uitge‐
schakeld, zijn veiligheidsrelevante functies
beperkt of niet meer beschikbaar. Dat kan
bijvoorbeeld de stuurbekrachtiging en de
rembekrachtiging betreffen.
Er is dan aanzienlijk meer kracht voor het
sturen en remmen vereist.
Rijden en parkeren 185
Niet het contact afzetten tijdens het rij‐
#
den.
& GEVAAR Levensgevaar door uitlaatgas‐
sen
Verbrandingsmotoren stoten giftige uitlaat‐
gassen, bijvoorbeeld koolmonoxide, uit. Het
inademen van deze uitlaatgassen is schade‐
lijk voor de gezondheid en leidt tot vergifti‐
ging.
De motor nooit in een gesloten ruimte
#
zonder voldoende ventilatie laten
draaien.
& WAARSCHUWING Slipgevaar en gevaar
voor ongevallen door terugschakelen op
glad wegdek
Als op glad wegdek wordt teruggeschakeld
om de remwerking van de motor te verhogen,
kunnen de aangedreven wielen hun grip ver‐
liezen.