& WAARSCHUWING Gevaar voor letsel
door niet aangebrachte of verkeerd inge‐
stelde hoofdsteunen
Wanneer er geen hoofdsteunen aanwezig zijn
of als deze niet correct zijn ingesteld, kunnen
ze niet zoals bedoeld beschermen.
Er is dan een verhoogd risico op letsel van
het hoofd en de nek, bijvoorbeeld bij een
ongeval of remmanoeuvre!
Altijd met gemonteerde hoofdsteunen
#
rijden.
Voor het rijden bij elke inzittende con‐
#
troleren, of het midden van de hoofd‐
steun het achterhoofd op ooghoogte
ondersteunt.
De hoofdsteunen van de zitplaatsen voor- en
achterin niet verwisselen. Anders kunnen de
hoogte en hoek van de hoofdsteunen niet in de
correcte positie worden ingesteld.
Met de verstelling in lengterichting voor de
hoofdsteun de hoofdsteun zo instellen, dat deze
zo dicht mogelijk bij het achterhoofd staat.
Hoger instellen: De hoofdsteun omhoog‐
#
trekken.
Lager instellen: De ontgrendelingsknop
#
in de richting van de pijl drukken en de
hoofdsteunen omlaagdrukken.
Naar voren verstellen: De hoofdsteun naar
#
voren trekken.
Naar achteren verstellen: De ontgrende‐
#
lingsknop
2
indrukken en ingedrukt hou‐
den.
De hoofdsteun naar achteren drukken en de
#
ontgrendelingsknop
Hoofdsteunen van de zitplaatsen achterin
mechanisch instellen
1
Stoelen en opbergen 117
2
loslaten.