Bij lange en steile afdalingen moet vroegtijdig in
een lagere versnelling worden geschakeld. Hier
vooral op letten als de auto beladen is. Zo wordt
gebruikgemaakt van de remwerking van de
motor. Daardoor wordt het remsysteem ontlast
en wordt voorkomen dat de remmen oververhit
raken en te snel slijten.
De TEMPOMAT in de volgende situaties niet
gebruiken:
In verkeerssituaties met veelvuldige snel‐
R
heidswisselingen, bijvoorbeeld bij druk ver‐
keer of op wegen met veel bochten.
Op gladde wegen. De aangedreven wielen
R
kunnen bij het accelereren hun grip verliezen
en de auto kan in een slip raken.
Als bij slecht zicht wordt gereden.
R
Functie van de limiter
De limiter begrenst de snelheid van de auto. Om
op de opgeslagen snelheid af te regelen, remt de
limiter automatisch.
De snelheid kan op de volgende manieren wor‐
den begrensd:
Variabel: Voor toegestane maximumsnelhe‐
R
den, bijvoorbeeld binnen de bebouwde kom
Permanent: Voor langdurig toegestane maxi‐
R
mumsnelheden, bijvoorbeeld bij gebruik van
winterbanden
De variabele limiter wordt bediend met de over‐
eenkomstige stuurwieltoetsen. Elke snelheid
vanaf 20 km/h tot de maximumsnelheid, of de
opgeslagen winterbandenlimiet, kan worden
ingesteld. Als de auto is gestart, kunt u de instel‐
ling ook uitvoeren bij stilstaande auto.
De limiter kan het gevaar voor ongevallen door
een niet aangepaste rijstijl niet verminderen en
de natuurkundige grenzen niet verleggen. Hij kan
geen rekening houden met de weg- en weersom‐
standigheden en de verkeerssituatie. De limiter
is slechts een hulpmiddel. De bestuurder is zelf
verantwoordelijk voor de veilige afstand, de
gereden snelheid, het tijdig remmen en het aan‐
houden van de rijstrook.
Mercedes‑AMG auto's: De limiter is slechts tot
een snelheid van 250 km/h beschikbaar.
Rijden en parkeren 231
Weergaven op het multifunctioneel display
Op het multifunctioneel display wordt de status
van de limiter en de opgeslagen snelheid weer‐
gegeven.
1
Limiter is gekozen
2
Snelheid is opgeslagen, limiter is gedeacti‐
veerd
3
Snelheid is opgeslagen, limiter is geactiveerd
%
In de snelheidsmeter worden de segmenten
tot de actueel opgeslagen snelheid verlicht.
%
Als de gereden snelheid hoger is dan de
opgeslagen snelheid, knippert de aanduiding
3.