150 Licht en zicht
Knipperlichten
Kort knipperen: De combischakelaar kort
#
tot het drukpunt in de richting van de pijl
of
4
drukken.
De betreffende knipperlichten knipperen
driemaal.
Permanent knipperen: De combischakelaar
#
tot voorbij het drukpunt in de richting van de
pijl
2
of
4
drukken.
Auto's met actieve rijstrookwisselassistent:
Gedurende het veranderen van rijstrook
R
kan het door de bestuurder geactiveerde
knippersignaal worden verlengd.
De knipperlichten kunnen automatisch
R
worden geactiveerd, wanneer de bestuur‐
der net de knipperlichten heeft bediend,
maar het wisselen van rijstrook niet
meteen mogelijk was.
Noodknipperlichten in- of uitschakelen
2
De toets
1
indrukken.
#
In de volgende situaties wordt het noodknipper‐
licht automatisch ingeschakeld:
De airbag is geactiveerd.
R
De auto wordt sterk, vanaf een snelheid
R
boven 70 km/h, afgeremd tot stilstand van
de auto.
Als vervolgens wordt verder gereden, wordt de
alarmknipperlichtinstallatie bij circa 10 km/h
automatisch uitgeschakeld. U kunt de alarmknip‐
perlichtinstallatie ook met de toets
kelen.
Adaptieve functies MULTIBEAM LED's
Werking van het Intelligent Light System
De ACTIVE MULTIBEAM LED koplampen passen
zich aan de rij- en weersomstandigheden aan en
bieden uitgebreide functies voor een betere ver‐
lichting van de rijbaan.
Het systeem bestaat uit de volgende functies:
Actieve bochtenverlichting (
R
Bochtenverlichting (
pagina 151)
/
R
Verlichting voor snelwegen (
R
Uitgebreid mistlicht (
pagina 152)
/
R
Slechtweerverlichting (
pagina 152)
/
R
Citylicht (
pagina 152)
/
R
Systeemgrenzen
Het systeem werkt alleen als het donker is.
R
1
uitscha‐
pagina 151)
/
pagina 151)
/