Download Print deze pagina

Mercedes-Benz W205 C-Klasse 2019 Handleiding pagina 76

Limousine

Advertenties

Kinderzitjesbevestigingssysteem met de vei‐
ligheidsgordel op de zitplaats achterin
bevestigen
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len door niet-vergrendelde achterbank
resp. zitplaats achterin en rugleuning
Als de achterbank resp. zitplaatsen achterin
en rugleuning niet vergrendeld zijn, kunnen
deze bijvoorbeeld bij een remmanoeuvre of
een ongeval naar voren klappen.
Daardoor wordt de inzittende door de
R
achterbank/zitplaats achterin of door de
rugleuning in de veiligheidsgordel
gedrukt. De veiligheidsgordel kan niet
meer zoals bedoeld beschermen en extra
letsel veroorzaken.
Voorwerpen of bagage in de bagage‐
R
ruimte kunnen niet door de rugleuning
worden tegengehouden.
Voor iedere rit opletten dat de rugleu‐
#
ning en de achterbank/zitplaats ach‐
terin vergrendeld is.
Als de rugleuning achterin niet vergrendeld is, is
de rode vergrendelingsindicator zichtbaar.
Bij de montage van een met een gordel beves‐
tigd kinderzitjesbevestigingssysteem het vol‐
gende in acht nemen:
O Altijd de montage- en gebruikshandleiding
van de fabrikant van het gebruikte kinderzit‐
jesbevestigingssysteem in acht nemen.
O Voor een kinderzitjesbevestigingssysteem
van de categorie "Universal" of "Semi-Uni‐
versal" controleren of dit voor de zitplaats
van de auto is toegestaan.
De aanwijzingen onder "Geschiktheid van de
zitplaatsen voor de bevestiging van kinder‐
zitjesbevestigingssystemen" in acht nemen
(
pagina 70).
/
O Bij gebruik van een babyschaal van de
groepen 0/0+ en een naar achteren
gericht kinderzitjesbevestigingssysteem
van groep I op een zitplaats achterin: De
voorstoel zo instellen, dat deze het kinder‐
zitjesbevestigingssysteem niet raakt.
O Bij gebruik van een naar voren gericht
kinderzitjesbevestigingssysteem van de
Veiligheid voor inzittenden
groep I: Indien mogelijk de hoofdsteunen
van de betreffende stoel uitbouwen.
Na het uitbouwen van het kinderzitjesbeves‐
tigingssysteem de hoofdsteun direct aan‐
brengen en alle hoofdsteunen correct instel‐
len.
O De leuning van een naar voren gericht kin‐
derzitjesbevestigingssysteem moet zo volle‐
dig mogelijk tegen de rugleuning van de zit‐
plaats achterin aan liggen.
O Bij bepaalde kinderzitjesbevestigingssyste‐
men van de gewichtsgroepen II of III kan het
gebeuren dat het kinderzitjesbevestigings‐
systeem niet op de maximumgrootte kan
worden ingesteld, bijvoorbeeld door moge‐
lijk contact met het dak.
O Het kinderzitjesbevestigingssysteem mag
niet onder spanning en/of getordeerd tus‐
sen het dak en het zitvlak worden inge‐
bouwd. Indien mogelijk de zittinghoek over‐
eenkomstig instellen.
O Het kinderzitjesbevestigingssysteem mag
niet door de hoofdsteun worden belast. De
hoofdsteunen overeenkomstig instellen.
73

Advertenties

loading