%
Auto's met actieve afstandsassistent
DISTRONIC: De variabele limiter wordt via
een andere toets gekozen (
TEMPOMAT of variabele limiter activeren
De tuimelschakelaar
2
omhoog (SET+) of
#
omlaag (SET-) drukken.
De actueel gereden snelheid wordt opgesla‐
gen en door de auto aangehouden (TEMPO‐
MAT) of begrensd (variabele limiter).
of
De tuimelschakelaar
3
omhoogdrukken
#
(RES).
De laatst opgeslagen snelheid wordt opgesla‐
gen en door de auto aangehouden (TEMPO‐
MAT) of begrensd (variabele limiter).
Wanneer daarvoor de laatst opgeslagen snel‐
heid is gewist, wordt de momenteel gereden
snelheid opgeslagen.
%
Als de auto wordt geparkeerd, wordt de
laatst opgeslagen snelheid gewist.
Wanneer u de TEMPOMAT of de actieve
afstandsassistent DISTRONIC activeert,
wordt de laatst opgeslagen snelheid voor de
variabele limiter gewist.
Opgeslagen snelheid verhogen/verlagen
De tuimelschakelaar
#
pagina 236).
omhoog (SET+) of omlaag (SET-) drukken.
/
De opgeslagen snelheid wordt 1 km/h ver‐
hoogd of verlaagd.
of
De tuimelschakelaar
#
omhoog (SET+) of omlaag (SET-) drukken en
vasthouden.
De opgeslagen snelheid wordt in stappen van
1 km/h verhoogd of verlaagd.
of
De tuimelschakelaar
#
punt omhoog (SET+) of omlaag (SET-) druk‐
ken.
De opgeslagen snelheid wordt 10 km/h ver‐
hoogd of verlaagd.
of
De tuimelschakelaar
#
punt omhoog (SET+) of omlaag (SET-) druk‐
ken en vasthouden.
De opgeslagen snelheid wordt in stappen van
10 km/h verhoogd of verlaagd.
of
2
tot het drukpunt
#
#
Overname van de herkende snelheid
Wanneer de verkeerstekenassistent bij geacti‐
2
tot het drukpunt
veerde TEMPOMAT/variabele limiter een ver‐
keersteken met een toegestane maximumsnel‐
heid herkend heeft en dit in het combi-instru‐
ment worden weergegeven, kunt u uit de twee
volgende mogelijkheden kiezen:
#
2
tot voorbij het druk‐
#
2
tot voorbij het druk‐
#
Rijden en parkeren 233
De auto op de gewenste snelheid brengen.
De tuimelschakelaar
2
omhoog (SET+)
drukken.
De tuimelschakelaar
3
omhoog (RES) druk‐
ken.
De toegestane maximumsnelheid van het
verkeersbord wordt opgeslagen en door de
auto aangehouden of overeenkomstig
begrensd.
TEMPOMAT deactiveren: De tuimelschake‐
laar
3
omlaag (CNCL) drukken.
TEMPOMAT uitschakelen: De tuimelschake‐
laar
1
omlaagdrukken.