De afsluitdop
1
verder linksom draaien en
#
verwijderen.
Het koelvloeistofniveau is in orde:
Bij koude motor tot de markeringsrand
R
Bij warme motor tot 1,5 cm boven de marke‐
R
ringsrand
2
Indien nodig een door Mercedes-Benz goed‐
#
gekeurde koelvloeistof bijvullen.
Meer informatie over koelvloeistof, zie
R
(
pagina 477).
/
Ruitensproeierinstallatie bijvullen
& WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐
wonden door hete onderdelen in de
motorruimte
Bepaalde onderdelen in de motorruimte kun‐
nen zeer heet zijn, bijvoorbeeld de motor, de
radiateur en onderdelen van het uitlaatsys‐
teem.
De motor laten afkoelen en alleen de
#
hierna beschreven onderdelen aanra‐
ken.
2
& WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐
wonden bij het openen van de motorkap
Wanneer bij een oververhitte motor of bij
brand in de motorruimte de motorkap wordt
geopend, kunt u in contact komen met hete
gassen of andere ontsnappende bedrijfsstof‐
fen.
De oververhitte motor laten afkoelen
#
alvorens de motorkap te openen.
Bij brand in de motorruimte de motor‐
#
kap gesloten houden en contact opne‐
men met de brandweer.
& WAARSCHUWING Gevaar voor brand‑
en letsel door ruitensproeiervloeistofcon‐
centraat
Ruitensproeiervloeistofconcentraat is licht
ontvlambaar. Wanneer het op hete onderde‐
Onderhoud en verzorging 403
len in de motorruimte of onderdelen van het
uitlaatsysteem terechtkomt, kan het ontste‐
ken.
Ervoor zorgen dat er geen ruitensproei‐
#
ervloeistofconcentraat naast de vulope‐
ning terecht komt.
De afsluitdop
1
aan de lip lostrekken.
#
Ruitensproeiervloeistof bijvullen.
#