& WAARSCHUWING Inklemgevaar bij
instellen van de in‑ en uitstaphulp
Wanneer de in‑ en uitstaphulp het stuurwiel
en de bestuurdersstoel instelt, kunt u of kun‐
nen andere inzittenden – in het bijzonder kin‐
deren – bekneld raken.
Tijdens het instellen van de in‑ en uit‐
#
staphulp verzekeren, dat er zich geen
lichaamsdelen in het bewegingsgebied
van het stuurwiel en de bestuurders‐
stoel bevinden.
Bij gevaar voor inklemming door het stuur‐
wiel:
De bedieningshendel van het stuurwiel
#
bewegen.
De instelling wordt onderbroken.
Bij gevaar voor inklemming door de bestuur‐
dersstoel:
De schakelaar van de stoelinstelling
#
indrukken.
De instelling wordt onderbroken.
Kinderen nooit zonder toezicht in de
#
auto laten.
Bij het verlaten van de auto altijd de
#
sleutel meenemen en de auto vergren‐
delen. Dit geldt eveneens voor de digi‐
tale voertuigsleutel, als de functie "Digi‐
tale voertuigsleutel" via Mercedes me
connect is geactiveerd.
Auto's met geheugenfunctie: Het instellen kan
wordt gestopt door het indrukken van een
geheugenplaatstoets van de geheugenfunctie.
& WAARSCHUWING Inklemgevaar bij acti‐
vering van de in‑ en uitstaphulp door kin‐
deren
Wanneer kinderen de in‑ en uitstaphulp acti‐
veren, kunnen zij bekneld raken, in het bij‐
zonder wanneer ze zonder toezicht zijn.
Kinderen nooit zonder toezicht in de
#
auto laten.
Bij het verlaten van de auto altijd de
#
sleutel meenemen en de auto vergren‐
delen.
Stoelen en opbergen 123
Dit geldt eveneens voor de digitale voertuigsleu‐
tel, als de functie "Digitale voertuigsleutel" via
Mercedes me connect is geactiveerd.
Als de in- en uitstaphulp actief is, zwenkt het
stuurwiel in de volgende situaties omhoog, en
beweegt de bestuurdersstoel naar achteren:
Het contact wordt uitgeschakeld als het
R
bestuurdersportier geopend is.
Bij uitgeschakeld contact wordt het bestuur‐
R
dersportier geopend.
%
Het stuurwiel zwenkt omhoog, als dit zich
niet al in de bovenste aanslag bevindt. De
bestuurdersstoel schuift alleen naar achte‐
ren, als deze niet al in de achterste stand
staat.
Het stuurwiel en de bestuurdersstoel bewegen in
de volgende gevallen in de laatste rijstand terug:
Het contact of de spanningsvoorziening
R
wordt ingeschakeld als het bestuurderspor‐
tier gesloten is.
U sluit het bestuurdersportier terwijl het con‐
R
tact is ingeschakeld.