®
AdBlue
bijvullen
De eenwegslang
1
met de hand op de vul‐
#
pijp van de auto vastdraaien.
De AdBlue
®
bijvulcontainer
#
gen en kantelen.
®
Als de AdBlue
-tank volledig gevuld is, stopt
het vullen.
®
De AdBlue
bijvulcontainer
lijk geleegd worden verwijderd.
De eenwegslang
1
en de AdBlue
#
tainer
2
in omgekeerde volgorde losdraaien
en afsluiten.
De AdBlue
#
rechtsom draaien.
De tankdopklep sluiten.
#
De ontsteking gedurende ten minste
#
60 seconden inschakelen.
%
Als de auto door een lege AdBlue
meer kon worden gestart, duurt het maxi‐
maal 60 seconden voordat het bijvullen
wordt herkend.
De auto starten.
#
%
Een AdBlue
de auto meenemen.
2
omhoogbren‐
Parkeren
Auto afzetten
2
kan gedeelte‐
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len en gevaar voor letsel door wegrollen
van een onvoldoende beveiligde auto.
®
bijvulcon‐
Als de auto zonder voldoende beveiliging
wordt geparkeerd, kan deze ook bij een lichte
helling ongecontroleerd wegrollen.
®
tankdop aanbrengen en
®
-tank niet
®
navulverpakking niet continu in
Rijden en parkeren 207
Op de volgende manier ervoor zorgen
#
dat de geparkeerde auto altijd vol‐
doende is beveiligd tegen wegrollen:
Op hellingen de voorwielen zo
R
draaien dat de auto in de richting
van de stoeprand rolt als deze in
beweging komt.
De parkeerrem bedienen.
R
Auto's met automatische transmis‐
R
sie: De transmissie in de stand j
zetten.
Auto's met handgeschakelde ver‐
R
snellingsbak: De 1e versnelling of
de achteruitversnelling k inschake‐
len.
& WAARSCHUWING Brandgevaar bij hete
onderdelen van het uitlaatsysteem
Als brandbaar materiaal, bijvoorbeeld blade‐
ren, gras of takken, met hete onderdelen van
het uitlaatsysteem of de uitlaatgasstroom in
contact komen, kunnen deze materialen ont‐
steken.