obstakel in rijrichting wordt herkend, wordt de
rijsnelheid kortstondig begrensd tot circa
2 km/h. Wanneer een kritische situatie wordt
herkend, verschijnt het symbool È op het
camerabeeld van het multimediasysteem.
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len bij beperkte herkenningsmogelijkheid
van de Drive Away Assist
De Drive Away Assist kan objecten en com‐
plexe verkeerssituaties niet altijd ondubbel‐
zinnig herkennen.
In deze gevallen kan de Drive Away Assist
zonder reden waarschuwen en de rijsnel‐
R
heid begrenzen.
niet waarschuwen of de rijsnelheid niet
R
begrenzen.
De verkeerssituatie altijd goed in de
#
gaten houden en niet uitsluitend op de
Drive Away Assist vertrouwen.
Klaar zijn om te kunnen remmen en
#
eventueel uit te wijken, in zoverre de
verkeerssituatie dit toelaat en uitwijken
zonder gevaar mogelijk is.
De Drive Away Assist is slechts een hulpmiddel.
Hij kan uw waarneming van de omgeving niet
vervangen. De bestuurder blijft altijd verant‐
woordelijk voor het veilig manoeuvreren en in-
en uitparkeren. Erop letten dat zich geen perso‐
nen, dieren of voorwerpen in de baan van de
auto bevinden.
In de volgende situaties kan bijvoorbeeld gevaar
voor een aanrijding ontstaan:
Het gas- en rempedaal worden met elkaar
R
verward.
Er wordt een verkeerde versnelling ingescha‐
R
keld.
De functie Drive Away Assist is onder de vol‐
gende voorwaarden actief:
De PARKTRONIC-parkeerassistent is inge‐
R
schakeld.
Bij het schakelen naar k of h als de auto
R
stilstaat.
Rijden en parkeren 271
Het herkende obstakel is minder dan circa
R
1,0 m verwijderd.
De functie manoeuvreerondersteuning is in
R
het multimediasysteem geactiveerd.
Systeemgrenzen
Op hellingen is het vermogen van de Drive Away
Assist beperkt.
Bij het rijden met een aanhangwagen is de Drive
Away Assist niet beschikbaar.
Functie van de Cross Traffic Alert
%
Eveneens de aanwijzingen met betrekking
tot de dodehoekassistent lezen
(
pagina 274).
/