Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

selectie verhindert of de gebruiker aangeeft om met voorzichtigheid verder te gaan ("Gebruik
van kleur" op pagina 1-7).

Brady mode

Bradymodi bieden programmeerbare opties die helpen bij het individualiseren van de therapie
voor de patiënt.
Deze pulsgenerator bevat stimulatiemodi die vermeld staan in de bijlage met Programmeerbare
opties.
DDD en DDDR
Bij afwezigheid van gedetecteerde P- en R-golven worden stimulatiepulsen afgegeven in het
atrium en het ventrikel op de LRL (DDD) of de sensorgestuurde frequentie (DDDR), gescheiden
door het geprogrammeerde AV-interval. Een gedetecteerde P-golf inhibeert een atriale stimulatie
en start het AV-interval. Aan het einde van het AV-interval wordt een ventriculaire stimulatie
afgegeven tenzij deze geïnhibeerd wordt door een gedetecteerde R-golf.
DDI en DDIR
Bij afwezigheid van gedetecteerde P- en R-golven worden stimulatiepulsen afgegeven in het
atrium en het ventrikel op de LRL (DDI) of de sensorgestuurde frequentie (DDIR), gescheiden
door het geprogrammeerde AV-interval. Een gedetecteerde P-golf inhibeert een atriale
stimulatie, maar start het AV-interval niet.
VDD en VDDR
Bij afwezigheid van gedetecteerde P- en R-golven, worden stimulatiepulsen afgegeven aan het
ventrikel op de LRL (VDD) of de sensorgestuurde frequentie (VDDR). Een gedetecteerde P-golf
zal het AV-interval starten. Aan het einde van het AV-interval wordt een ventriculaire stimulatie
afgegeven tenzij deze geïnhibeerd wordt door een gedetecteerde R-golf. Een gedetecteerde
R-golf of een gestimuleerd ventriculaire event zal de timing van de volgende ventriculaire
stimulatie bepalen.
VVI en VVIR
In de VVI(R)-modus vindt alleen detectie en stimulatie plaats in het ventrikel. Bij afwezigheid
van gedetecteerde events worden stimulatiepulsen afgegeven aan het ventrikel op de LRL
(VVI) of de sensorgestuurde frequentie (VVIR). Een gedetecteerde R-golf of een gestimuleerd
ventriculaire event zal de timing van de volgende ventriculaire stimulatie bepalen.
AAI en AAIR
In de AAI(R)-modus vindt detectie en stimulatie alleen plaats in het atrium. Bij afwezigheid van
gedetecteerde events worden stimulatiepulsen afgegeven aan het atrium op de LRL (AAI) of de
sensorgestuurde frequentie (AAIR). Een gedetecteerde P-golf of een gestimuleerd atriaal event
bepaalt de timing van de volgende atriale stimulatie.
Tweekamermodi
Gebruik de DDD(R)- en VDD(R)-modi niet onder de volgende omstandigheden:
Bij patiënten met chronische refractaire atriale tachyaritmieën (atriumfibrilleren of flutter),
waardoor ventriculaire stimulatie kan optreden
In geval van een langzame retrograde geleiding die PMT op gang brengt, wat niet onder
controle te krijgen is door de selectieve parameterwaarden opnieuw te programmeren
STIMULATIE THERAPIEËN
BASISPARAMETERS
4-3

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Punctua ne icdF050F051F052F053

Inhoudsopgave