Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Het niveau van energieafgifte blijft de gehele levensduur van de pulsgenerator constant,
ongeacht veranderingen in leadimpedantie of batterijspanning. De energieafgifte wordt
constant gehouden door de pulsduur te variëren, waarmee wordt gecorrigeerd voor eventuele
veranderingen in de leadimpedantie.
De eerste twee shocks in elke ventriculaire zone kunnen geprogrammeerd worden om de
laadtijd, levensduur en veiligheidsmarges te optimaliseren. De energie van de resterende shocks
in elke zone kan niet geprogrammeerd worden op de maximale energiewaarde.

Laadtijd

De laadtijd is de tijd die de pulsgenerator nodig heeft om te laden voor de afgifte van de
geprogrammeerde shockenergie.
De laadtijd hang af van de volgende zaken:
De geprogrammeerde energieafgifte
De batterijstatus
Toestand van de condensatoren voor energieopslag
De laadtijd wordt langer naarmate de pulsgenerator meer energie moet afgeven en naarmate de
batterij leger raakt (Tabel 3-1 op pagina 3-15). Als een laadtijd langer duurt dan 15 seconden,
plant de pulsgenerator een automatische condensatorreformatie voor één uur later. Als de
laadtijd tijdens reformatie ook de 15 seconden overschrijdt, verandert de batterijstatus in
Explantatie.
Er kan condensatordeformatie optreden tijdens inactieve perioden, waardoor de laadtijd iets
wordt verlengd. Om de invloed van condensatordeformatie op de laadtijd zo klein mogelijk te
maken, worden de condensatoren automatisch gereformeerd.
Tabel 3-1. Typische laadtijd vereist bij 37 graden C bij begin van de levensduur
Opgeslagen energie
Geleverde energie
a
(J)
11,0
17,0
26,0
d
41,0
a. De waarden geven het energieniveau aan dat opgeslagen is in de condensatoren en komen overeen met de waarde die geprogrammeerd is voor de
shockenergieparameters.
b. De afgegeven energie geeft het shockenergieniveau aan dat afgegeven is door de shockelektrode.
c. De weergegeven laadtijden gelden bij het begin van de levensduur na condensatorreformatie.
d. HE.
Tabel 3-2. Typische maximale energielaadtijd tijdens levensduur van de pulsgenerator
Resterende lading (Ah)
1,8 tot 0,7
0,7 tot 0,1
a. Bij de explantatie bedraagt de resterende lading normaal 0,15 Ah en is de restcapaciteit 0,12 Ah voor eenkamerapparaten en 0,13 Ah voor
tweekamerapparaten. Dit kan variëren, afhankelijk van de hoeveelheid geleverde therapieën tijdens de levensduur van de pulsgenerator. De restcapaciteit
wordt gebruikt om de apparaatfunctie te ondersteunen tussen de explantatie en de indicatoren die weergeven dat de batterij leeg is.
OPMERKING: Bovenstaande laadtijdwaarden voor een maximale energielading zijn
gebaseerd op theoretische elektrische principes en werden enkel geverifieerd in proefstelling.
Laadtijd (seconden)
b
(J)
10,0
1,9
15,0
3,0
22,0
4,8
35,0
8,8
a
VENTRICULAIRE SHOCKTHERAPIE EN PARAMETERS
c
Tijdsbereik maximale energielading (seconden)
8 tot 10
10 tot 13
TACHYARITMIETHERAPIE
3-15

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Punctua ne icdF050F051F052F053

Inhoudsopgave