2-4
DETECTIE VAN TACHYARITMIE
FREQUENTIEDETECTIE
•
85 ms atriale refractaire periode na een atriaal gedetecteerd event
•
150 ms atriale refractaire periode na een atriale stimulatie in de DDD(R)- en DDI(R)-modi
•
135 ms RV refractaire periode gevolgd door een RV gedetecteerd event
•
135 ms refractaire periode gevolgd door een condensatorlading (detectie wordt genegeerd
in alle kamers)
•
500 ms refractaire periode gevolgd door een geleverde shock (detectie wordt genegeerd
in alle kamers)
Ventriculaire Frequentiedrempels en -zones
De pulsgenerator vergelijkt elk gedetecteerd RV cardiaal cyclusinterval met de geprogrammeerde
ventriculaire tachyaritmiefrequentiedrempel.
Een ventriculaire tachyaritmiezone is een hartfrequentiebereik dat wordt begrensd door ten
minste één geprogrammeerde ventriculaire tachyaritmiefrequentiedrempel. U kunt 1 tot
3 ventriculaire tachyaritmiezones programmeren, waarbij elke zone met een afzonderlijk
therapievoorschrift kan worden behandeld (Tabel 2-2 op pagina 2-4, Figuur 2-1 op pagina 2-4).
Tabel 2-2. Nominale waarden voor de configuraties van Ventriculaire Frequentiedrempels
Configuratie ventriculaire zone
Figuur 2-1. Instellingen voor ventriculaire tachydetectie
•
De frequentiedrempels in aangrenzende zones moeten verschillen met een waarde van
ten minste 20 min
•
De laagste ventriculaire tachyaritmiefrequentiedrempel moet ten minste 5 min
dan de MTR, MSR en de MPR
•
De laagste ventriculaire tachyaritmiefrequentiedrempel moet ten minste 15 min
liggen dan de LRL
Gebruik van atriale informatie
De atriale frequentie kan eveneens gebruikt worden voor:
•
Ventriculaire therapie inhiberen tijdens atriumfibrilleren of atriumflutter
•
Ventriculaire therapie-inhibitors worden genegeerd zodra de ventriculaire frequentie hoger is
dan de atriumfrequentie
1 Zone
2 Zones
3 Zones
-1
VT-1 zone
VT zone
– –
– –
160 min
140 min
160 min
-1
VF zone
– –
200 min
200 min
-1
200 min
-1
hoger liggen
-1
hoger
-1
-1
-1
-1