Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Interactie Met Pacemakers - Boston Scientific PUNCTUA ICD Referentie Gids

Inhoudsopgave

Advertenties

INTERACTIE MET PACEMAKERS

BIJLAGE B
In bepaalde situaties kunnen patiënten een afzonderlijke tijdelijke of permanente pacemaker
hebben. Tijdelijke of permanente pacemakers kunnen een wisselwerking vertonen met een
ICD-pulsgenerator en kunnen op de volgende manieren met de detectie van tachyaritmieën
interfereren:
Als tijdens een tachyaritmie de pacemaker de aritmie niet detecteert en dus niet gaat
stimuleren, en de door de elektrode voor frequentiedetectie van de ICD gedetecteerde
stimulatiepuls groot genoeg is, kan de ICD hierdoor de stimulatie als een normaal ritme
op de frequentie van de pacemaker interpreteren. De ICD detecteert dan geen aritmie
en geeft geen therapie af.
De pacemaker kan signalen die resulteren uit de volgende events voorstellen aan de ICD:
Hierdoor zou de ICD een hogere frequentie dan de feitelijke hartfrequentie van de patiënt
kunnen detecteren. De ICD zou daardoor ongewenst therapie kunnen afgeven.
Bij geleidingsvertraging kan de ICD zowel pacemaker- artefacten als ventrikeldepolarisaties
tellen. Dit kan leiden tot de afgifte van ongewenste ICD-therapie.
Om al deze redenen wordt geadviseerd geen pacemaker te gebruiken die aanleiding kan geven
tot interacties met de pacemaker en ICD. Het gebruik van unipolaire pacemakers in combinatie
met een ICD is gecontra-indiceerd.
Overweeg de volgende acties wanneer een afzonderlijke pacemaker wordt gebruikt:
Schakel de ICD van de patiënt altijd uit wanneer:
Gebruik een externe defibrillator als op dergelijke momenten cardioversie of defibrillatie
nodig is.
De ICD-elektroden voor frequentiedetectie moeten zo ver mogelijk bij de stimulatie-elektroden
uit de buurt blijven.
Onderzoek, na implantatie van de stimulatieleads, de signalen van de ICD-frequentiedetectie
elektrode(n) om zeker te zijn dat eventuele pacemaker-artefacten minimaal zijn.
Het is van belang de artefacten tot een minimum te beperken omdat het moeilijk
is de relatieve magnitudes van pacemaker artefacten en verschillende tachyaritmie
elektrogrammen te voorspellen die chronisch of tijdens EF-testen kunnen voorkomen.
Alle ritmes van een patiënt moeten worden geïnduceerd met een geactiveerde ICD,
en met de afzonderlijke pacemaker geprogrammeerd op een asynchrone modus met
maximale output. Op die manier is de kans op inhibitie van aritmiedetectie als gevolg van
pacemaker-artefacten het grootst. Om artefacten te elimineren, kan het nodig zijn leads
te verplaatsen.
Ongeschikte detectie
Losraken van leads
Niet effectief stimuleren
Er tijdelijke bipolaire stimulatie of tijdelijke AV-sequentiële stimulatie wordt toegepast
Er een afzonderlijke geïmplanteerde pacemaker opnieuw wordt geprogrammeerd
B-1

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Punctua ne icdF050F051F052F053

Inhoudsopgave