Inhoudsopgave
Advertenties
Indien alle voor een episode beschikbare shocks zijn afgegeven, is er pas verdere therapie
beschikbaar als de pulsgenerator gedurende 30 seconden een frequentie, lager dan de laagste
frequentiegrens monitort, en de episode beëindigd is verklaard.
ANTITACHYCARDIE-STIMULATIE: THERAPIEËN EN PARAMETERS
Antitachycardie-stimulatie (ATP) therapie en parameters zorgen ervoor dat de puls generator de
volgende snelle ritmes onderbreekt door het afgegeven van een reeks nauwkeurig getimede
stimulatiepulsen:
•
Monomorfe ventriculaire tachycardieën
•
Supraventriculaire tachycardieën
ATP-therapie wordt afgegeven nadat het laatste gedetecteerde event aan de geprogrammeerde
detectiecriteria voldoet (Figuur 3-8 op pagina 3-7).
Een ATP-schema kan aangepast worden met de volgende parameters:
•
Aantal afgegeven bursts
•
Aantal pulsen per burst
•
Koppelingsinterval
•
Burst-cycluslengte
•
Minimaal stimulatie-interval
Deze parameters kunnen geprogrammeerd worden om de volgende ATP-therapieschema's op
te stellen:
•
Burst
•
Ramp
•
Scan
•
Ramp/Scan
De ATP-amplitude en pulsduur worden op alle schema's vermeld. Ze kunnen afzonderlijk
geprogrammeerd worden van de instellingen voor normale stimulatie. De ATP-amplitude en
pulsduur delen dezelfde programmeerbare waarde als de instellingen voor stimulatie na therapie.
Koppelings-
interval
ATP-stimulatiepuls
Figuur 3-8. De basisparameters van ATP-therapie zijn Koppelinginterval, Burstcycluslengte, Aantal Bursts en Aantal Pulsen
binnen elke burst
ANTITACHYCARDIE-STIMULATIE: THERAPIEËN EN PARAMETERS
Burst-cycluslengte
Burst 1
Koppelings-
interval
Burst-cycluslengte
Redetectie
ATP-schema
TACHYARITMIETHERAPIE
Burst 2
3-7
Advertenties
Inhoudsopgave
