6-6
PATIËNTENDIAGNOSTIEK EN CONTROLE
ARITMIELOGBOEK
De volgende informatie wordt bewaard:
•
Onset bewaart maximaal 25 seconden aan gegevens vóór afloop van Duur
•
Herbevestiging bewaart maximaal 20 seconden aan gegevens vóór afgifte van therapie
•
Therapiegegevens worden weergegeven. In geval van ATP-therapie zal er een maximum
van 4 bursts en maximaal 20 seconden aan gegevens, voor elke burst, worden bewaard
•
Post-therapie of afgebroken therapie bewaart maximaal 10 seconden aan gegevens
De Onset van een episode verwijst naar de tijd (gemeten in seconden) van de EGM vóór de
eerste poging.
De Onset omvat de volgende informatie:
•
Type event
•
Gemiddelde RA-frequentie bij het begin van het event
•
Gemiddelde RV-frequentie bij het begin van het event
•
Programmeren van Detectieverfijningen (alleen Frequentie of Onset/Stability)
Informatie over een poging kan weergegeven worden als Poging of Bezig. Poging omvat de
volgende informatie:
•
Detectie-informatie:
–
Gemiddelde RA-frequentie bij het begin van poging
–
Gemiddelde RV-frequentie bij het begin van poging
–
Frequentiezone
•
Gemeten waarden van detectieverfijningen
•
Informatie over poging tot therapie:
–
Aantal pogingen
–
Type (afgebroken, op commando of geïnhibeerd)
–
Aantal bursts (poging tot ATP)
–
Laadtijd (shockpoging)
–
Leadimpedantie (shockpoging)
–
Leadpolariteit (shockpoging)
–
Shockfouten (shockpoging)
–
Reden voor Geen Therapie
Het Einde van de EGM-opslag begint na therapieafgifte en slaat maximum 10 seconden EGM op
(Figuur 6-2 op pagina 6-7).