Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Boston Scientific PUNCTUA ICD Referentie Gids pagina 45

Inhoudsopgave

Advertenties

Het ventriculaire ritme wordt stabiel
Indien op Aan geprogrammeerd, is V-frequentie > A-frequentie waar
SRD loopt af
6 van de 10 atriale intervallen
zijn groter dan de AFib-
frequentiedrempel
Atrium
1
2
3
4
Ventrikel
VT gedetecteerd
Derde snelle interval
(van 8 van de 10 die voldoen
aan het detectievenster)
Figuur 2-18. Interactie tussen AFib-frequentiedrempel en Stability
Als AFib-frequentiedrempel en Stability alleen worden gebruikt, wordt ventriculaire therapie
gestart wanneer een stabiel ritme wordt verklaard. Ventriculaire therapie wordt gestart
voor een instabiel ritme wanneer vastgesteld wordt dat de atriale frequentie lager is dan de
AFib-frequentiedrempel (Tabel 2-10 op pagina 2-20). Als AFib-frequentiedrempel en Stability
samen met andere inhibitorverfijningen worden gebruikt, wordt er niet altijd met ventriculaire
therapie gestart als er niet meer geïnhibeerd wordt door AFib-frequentiedrempel/Stability.
Therapie kan verder geïnhibeerd worden door andere geprogrammeerde detectieverfijningen,
zoals Onset (wanneer de beoordelingsmethode voor de detectieverfijning Onset/Stability
ingeschakeld is).
Overweeg de volgende informatie tijdens deze interacties:
Omdat de AFib-frequentiedrempel niet geëvalueerd wordt tijdens redetectie (na ventriculaire
ATP-therapie, afgebroken ventriculaire therapie, of als therapie onbeschikbaar is) zal het
rapport met Episodedetails de gegevens voor de verfijning tijdens redetectie niet weergeven,
ook al is de parameter op Aan geprogrammeerd.
De verfijning AFib-frequentiedrempel wordt niet geëvalueerd voor aritmie detectie in de
volgende gevallen; het rapport met Episodedetails zal echter de gegevens voor de verfijning
AFib-frequentiedrempel weergeven op basis van een drempel voor 170 min
Een atriaal gedetecteerd event zal uitsluitend ingedeeld worden als AF terwijl de
AFib-frequentiedrempel wordt geëvalueerd voor aritmiedetectie.
4 van de 10
> AFib-frequentiedrempel
4 van de 10 intervallen moeten
> AFib-frequentiedrempel blijven
5
6
7
8
Aan detectie voldaan.
Atriale frequentie
Start duur.
> AFib-
Start episode.
frequentiedrempel.
Start Stabiliteitsanalyse.
De AFib-frequentiedrempel is op Uit geprogrammeerd
Ventriculaire zones is op 1 geprogrammeerd
Er is geen beoordelingsmethode voor de detectieverfijningen geactiveerd
DETECTIE VAN TACHYARITMIE
Slechts 3 van de 10 intervallen
zijn groter dan de AFib-
frequentiedrempel
Duur loopt af.
Ritme blijft instabiel.
Atriale frequentie
Atriale frequentie is lager
> AFib-frequentiedrempel.
dan de AFib-frequentiedrempel.
Ritme instabiel verklaard.
Start therapie.
Therapie wordt geïnhibeerd.
VENTRICULAIRE DETECTIE
ATP-therapie
:
-1
2-19

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Punctua ne icdF050F051F052F053

Inhoudsopgave