Inhoudsopgave
Advertenties
Duur = 5 seconden
Evalueer de geprogrammeerde
SRD = 30 seconden
detectieverfijningen. Als de verfijningen
aangeven dat er therapie moet
geïnhibeerd worden, start de SRD-teller;
zoniet, geef therapie af.
Aan detectievenster
wordt voldaan
0 s
Duur start.
Start analyse van
detectieverfijningen.
Figuur 2-21. Combinatie van Onset OF Stability, SRD staat aan
SRD is beschikbaar in een zone als er in die zone een inhibitorverfijning op Aan is
geprogrammeerd.
•
Een geprogrammeerde SRD-timer begint als de ventriculaire therapie wordt tegengehouden
wanneer de duur verloopt in een zone waar detectieverfijningen op Aan geprogrammeerd
zijn.
•
Als het detectievenster in de laagste zone gehandhaafd blijft gedurende de
geprogrammeerde SRD-periode, zal de geprogrammeerde ventriculaire therapie na afloop
van de VT-1 SRD-periode afgegeven worden als VT-1 SRD geprogrammeerd is en het ritme
zich in de VT-1 zone bevindt. Er zal therapie afgegeven worden op het einde van de VT
SRD-periode als VT SRD geprogrammeerd is en het ritme zich in de VT zone bevindt.
•
Als de frequentie oploopt tot in een hogere ventriculaire zone, er geen detectieverfijningen
geprogrammeerd zijn in de hogere zone en de Duur voor die hogere zone afloopt, wordt
therapie in die zone toegediend zonder te wachten tot de SRD afloopt in een lagere
ventriculaire zone. Als SRD op Uit is geprogrammeerd, zal een SRD-timer niet starten
wanneer de duur verloopt, waardoor de detectieverfijningen mogelijk een behandeling voor
onbepaalde tijd kunnen inhiberen.
Er kan een onafhankelijke Post-shock SRD-waarde worden geprogrammeerd.
Combinaties van AFib-frequentiedrempel, Stability en Onset
De combinatie van AFib-frequentiedrempel, Stability en Onset maken ventriculaire detectie
specifieker met frequentie en duur. Deze combinatie detectieverfijningen is enkel beschikbaar
als de beoordelingsmethode voor de detectie verfijning Onset/Stability ingeschakeld is en is
enkel beschikbaar voor Initiële Detectie. Als de detectieverfijningen ingeschakeld zijn, zullen ze
therapie voor een specifieke zone aanbevelen of inhiberen.
Als de parameters AFib-frequentiedrempel, Stability en Onset allen op Aan geprogrammeerd
zijn, zal er ventriculaire therapie gestart worden als het ritme een plotselinge onset heeft, op
voorwaarde dat de ventriculaire frequentie stabiel is of dat de atriale frequentie lager zijn is de
AFib-frequentiedrempel (Tabel 2-11 op pagina 2-23).
Tabel 2-11. Combinaties van AFib-frequentiedrempel, Stability en Onset en de daaruit voortvloeiende ventriculaire therapie
Gedetecteerd Ventriculair Ritme
Geleidelijk, Instabiel, A > AFib-
frequentiedrempel
Geleidelijk, Instabiel, A < AFib-
frequentiedrempel
Acuut, Instabiel, A > AFib-
frequentiedrempel
Acuut, Instabiel, A < AFib-
frequentiedrempel
Ga door met de analyse
van detectieverfijningen
gedurende de volledige
SRD-periode.
0 s
5 s
Duur loopt af.
a
Therapiebeslissing
Inhiberen
Inhiberen
Inhiberen
c
Behandelen
DETECTIE VAN TACHYARITMIE
VENTRICULAIRE DETECTIE
SRD loopt af.
Als de detectieverfijningen
Geef therapie af.
therapie aangeven, geef
dan therapie af.
30 s
35 s
b
2-23
Advertenties
Inhoudsopgave
