Een telemetriesessie met programmeerkop starten
Volg deze procedure om een telemetrische verbinding met programmeerkop tot stand te brengen:
1. Zorg ervoor dat de telemetrische programmeerkop verbonden is met het PRM-systeem en
beschikbaar is gedurende de gehele sessie.
2. Plaats de programmeerkop over de pulsgenerator op een afstand van maximum 6 cm (2,4
inches).
3. Gebruik de PRM om de pulsgenerator Op te vragen.
4. Behoud de positie van de programmeerkop telkens er een verbinding nodig is.
Een ZIP telemetriesessie starten
Volg deze procedure om een verbinding met ZIP telemetrie tot stand te brengen:
1. Breng de telemetrische verbinding met programmeerkop tot stand. Controleer of het snoer
van de programmeerkop binnen bereik van de pulsgenerator ligt zodat, indien nodig,
telemetrie met programmeerkop kan geactiveerd worden.
2. Houd de telemetrische programmeerkop in positie totdat er een bericht verschijnt dat de
telemetrische programmeerkop van over de pulsgenerator mag verwijderd worden of totdat
het ZIP telemetrie-lampje op het PRM- systeem gaat branden.
Een telemetriesessie beëindigen
Kies de knop Sessie Beëindigen om een telemetrische sessie te beëindigen en terug te keren
naar het startscherm. U kunt kiezen om de sessie te beëindigen of terug te keren naar de huidige
sessie. Bij het beëindigen van een sessie, verbreekt het PRM-systeem alle communicatie
met de pulsgenerator.
Beveiliging voor ZIP telemetrie
De pulsgenerator is een flexibele zender-ontvanger op lage spanning. De pulsgenerator kan
enkel opgevraagd of geprogrammeerd worden met behulp van RF-signalen die het merkeigen
protocol voor ZIP telemetrie aanwenden. De pulsgenerator controleert of hij met het ZOOMVIEW
systeem communiceert alvorens hij op RF-signalen reageert. De pulsgenerator bewaart,
verstuurt en ontvangt individueel herkenbare gezondheidsinformatie in een gecodeerd formaat.
ZIP telemetrie is beschikbaar wanneer voldaan wordt aan al deze voorwaarden:
•
ZIP telemetrie voor de PRM is geactiveerd
•
De pulsgenerator beschikt over RF-communicatiemogelijkheden
•
Het ZIP telemetriekanaal is beschikbaar
•
De pulsgenerator staat binnen bereik van het PRM-systeem
•
De pulsgenerator heeft de Explantatie niet bereikt; houd er rekening mee dat er 1,5 uur ZIP
telemetrie beschikbaar zal zijn nadat de pulsgenerator Explantatie bereikt
•
De batterij van de pulsgenerator is niet leeg
Om te voldoen aan de lokale communicatierichtlijnen en -reglementen, mag ZIP telemetrie
niet gebruikt worden wanneer de temperatuur van de pulsgenerator hoger ligt dan de normale
bedrijfstemperatuur van 20°C–43°C (68°F–109°F).
De communicatie wordt ondersteund tussen één PRM en één pulsgenerator op hetzelfde
moment. Als er in de nabijheid reeds een PRM-pulsgenerator communiceert, zal een tweede
DE PROGRAMMER/RECORDER/MONITOR GEBRUIKEN
COMMUNICEREN MET DE PULSGENERATOR
1-9