Bedieningshandleiding voor de E Series
Pacer (uitsluitend bij versie met pacemaker)
Klacht
De melding CONTROLEER ELEKTR.
wordt weergegeven.
Er is geen stimulusmarkering (
op het ECG.
Geen ventriculaire capture-hartslag na
stimulusmarkering op de ECG-weergave.
Patiënt met 'Standby'-pacing wordt intermitterend
gestimuleerd.
Het hartfrequentiedisplay geeft 0 weer terwijl de juiste
pacing-capture wordt weergegeven op het ECG.
De ECG-displays naast bed/op centraal station/
telemetrie worden onregelmatig tijdens pacing.
13-4
Aanbevolen actie
•
Zorg dat de MFE-pads op de multifunctiekabel
aangesloten zijn.
Controleer of de gel niet uitgedroogd is. Vervang
•
de MFE-pads indien nodig.
•
Zorg dat de elektrode goed contact maakt met de
patiënt.
•
Controleer of de multifunctiekabel intact is door
deze op de testconnector aan te sluiten. De melding
CONTROLEER ELEKTR. moet nu verdwijnen.
•
Zorg dat het apparaat zich in de modus PACER bevindt.
) aanwezig
•
Zorg dat PACER FREQ. (ppm) op een hogere waarde is
ingesteld dan de hartfrequentie van de patiënt.
Controleer de pols van de patiënt.
•
•
Verhoog de uitgangsstroom (mA).
Zorg dat de MFE-pads goed contact maken met
•
de patiënt of verplaats de MFE-pads.
Selecteer een andere configuratie voor de
•
ECG-afleidingen.
Zorg voor een goede verbinding en plaatsing van de
•
ECG-elektroden. Als de ECG- afleidingsdraad losraakt,
geeft de pacer automatisch asynchroon pulsen af.
Controleer of de ECG-kabel beschadigd is.
•
•
Het R-R-interval van de patiënt varieert. De frequentie
van de pacer ligt dicht bij de hartfrequentie van de
patiënt. Controleer of de frequentie juist is ingesteld.
Controleer de pols van de patiënt.
•
•
Selecteer een andere ECG-afleidingsconfiguratie.
De ECG-ingangen op de patiëntenmonitor worden
•
overbelast door pacingsignalen. Het ECG kan alleen
tijdens pacing door het apparaat worden bewaakt.
9650-1210-16 Rev. H