15. SAMENVATTING
Met deze knop kunt u opgeslagen patiëntgegevens
opvragen en door de printer als samenvatting laten
afdrukken. De samenvattingfunctie zorgt ervoor dat
essentiële ECG-gegevens, bedieningsinstellingen,
datum, tijd en toegepaste therapieën bij bepaalde
gebeurtenissen automatisch worden verzameld. Zie
'Samenvattingfunctie' op pagina 2-5 voor meer
informatie.
16. CODE-MARKERINGEN
Wanneer u op deze knop drukt, activeert u een menu
en kan het apparaat in het interne geheugen specifieke
toegediende geneesmiddelen en behandelingen
registreren.
Zie 'Codemarkeringen' op pagina 2-4 voor meer informatie.
17. PACER ENERGIE mA (uitsluitend bij versie
met pacemaker)
Wanneer pacing geselecteerd is, kunt u met deze knop
de hoeveelheid stroom die naar de MFE-pads wordt
gevoerd, instellen. Bij patiënten die bij bewustzijn
zijn, dient deze hoeveelheid geleidelijk te worden
opgevoerd totdat stimulatie kan worden waargenomen.
De geselecteerde hoeveelheid stroom wordt op het
display aangegeven.
18. 4:1 (uitsluitend bij versie met pacemaker)
Met deze knop kunt u de drempelwaarde testen of het
onderliggende ritme bepalen. Wanneer u deze knop
indrukt, worden elektrische prikkels toegediend met
een kwart van de frequentie van de op dat moment
ingestelde hoeveelheid pulsen per minuut. Wanneer u
de knop loslaat, hervat het apparaat de normale pacing.
19. PACER FREQ. ppm (uitsluitend bij versie
met pacemaker)
Wanneer pacing geselecteerd is, kunt u met deze
knop de frequentie voor de pacemaker instellen. Wil
de pacemaker een stimulerende werking hebben, dan
dient er een hogere waarde te worden ingesteld dan de
intrinsieke frequentie van de patiënt. De geselecteerde
frequentie wordt op het display aangegeven.
20. Systole- en alarmluidspreker
Er klinkt een hartfrequentiesignaal tijdens de ECG-
bewaking en er klinkt een alarmsignaal wanneer zich
een alarmsituatie voordoet.
21. Microfoon (optioneel)
Hiermee wordt geluidsactiviteit in de nabijheid van het
E Series-apparaat geregistreerd en opgeslagen op de
PCMCIA-gegevenskaart.
9650-1210-16 Rev. H
22. NIBD (optioneel)
Met deze knop kunt u een eenmalige NIBD (niet-
invasieve bloeddrukmeting), automatische NIBD of
STAT-NIBD starten zoals beschreven in de functiebijlage
Niet-invasieve bloeddruk (artikelnummer 9650-1214-16).
Het apparaat beschikt alleen over deze knop als u deze
hebt besteld.
De volgende drie onderdelen bevinden zich op de
bovenzijde van het apparaat, zoals weergegeven
in de volgende afbeelding.
Sleuf voor gegevenskaart
Ruimte voor
papier-schrijver
Vak voor printer
De ruimte voor de printer op de bovenzijde van het
apparaat biedt plaats aan het ECG-papier. Wanneer
het papier moet worden vervangen, opent u de deksel.
Sleuf voor PCMCIA-gegevenskaart
De sleuf voor de PCMCIA-gegevenskaart op de
bovenzijde van het apparaat biedt plaats aan de
PCMCIA-flash-geheugenkaart voor het opslaan en
opvragen van gegevens.
Sleuf voor pc-kaartmodem (uitsluitend bij
optie 12 afleidingen)
De sleuf voor het pc-kaartmodem op de bovenzijde van
het apparaat biedt plaats aan de modemkaart voor het
verzenden van 12-afleidingen-ECG-gegevens naar
locaties op afstand via een vaste of mobiele telefoon.
Zie voor meer informatie de bijlage ECG-bewaking
met 12 afleidingen (REF 9650-1213-16).
Knoppen en indicatoren
Sleuf voor
pc-kaartmodem
2-3