Bedieningshandleiding voor de E Series
Veiligheidsoverwegingen
De E Series zijn hoogenergetische apparaten die tot 200 joule kunnen leveren. Om het apparaat volledig uit te
schakelen dient u de kiezer in de stand UIT te zetten.
•
Een opgeladen defibrillator ontlaadt u op een van de volgende twee manieren: Zet de kiezer op MONITOR, UIT of
PACER (uitsluitend bij versie met pacemaker)
Wijzig de geselecteerde defibrillatorenergie
•
Als veiligheidsvoorziening wordt het apparaat automatisch ontladen als het meer dan 60 seconden opgeladen blijft
(AED-versies: 15 seconden).
WAARSCHUWINGEN - Algemeen
•
Volgens de federale wetgeving in de Verenigde Staten mag dit apparaat uitsluitend worden gebruikt door of op
voorschrift van een arts.
Het gebruik van externe pacing/defibrillatie-elektroden of adapterapparaten anders dan van ZOLL wordt niet
•
aanbevolen. ZOLL aanvaardt geen aansprakelijkheid en biedt geen garanties aangaande de prestatie of effectiviteit
van haar producten wanneer deze worden gebruikt met pacing/defibrillatie-elektroden of adapterapparaten anders
dan van ZOLL. Indien het apparaat defecten vertoont die toe te schrijven zijn aan het gebruik van pacing/defibrillatie-
elektroden of adapters die niet vervaardigd zijn door ZOLL, kan de garantie van ZOLL komen te vervallen.
Voor optimale resultaten is het van essentieel belang dat het apparaat op de juiste manier wordt bediend en de
•
elektroden op correcte wijze worden aangebracht. U dient volledig op de hoogte te zijn van de juiste bedieningswi-
jze.
•
Gebruik het apparaat niet in de semi-automatische modus tijdens het vervoeren van de patiënt. De patiënt moet
tijdens de ECG-analyse stilliggen. Raak de patiënt niet aan tijdens de analyse. Wanneer wordt begonnen met de
ECG-analyse, mag niet worden doorgegaan met het verplaatsen van brancard of voertuig. Als het apparaat in een
voertuig wordt gebruikt, brengt u het voertuig volledig tot stilstand voordat u het apparaat in de semi-automatische
modus begint te gebruiken.
Leg de patiënt op een stevige ondergrond voordat u met de reanimatie begint.
•
Het apparaat is beveiligd tegen interferentie van radiosignalen afkomstig van installaties en mobiele telefoons
•
(digitaal en analoog) die veel worden gebruikt door hulpdiensten en openbare-ordediensten. De prestaties van het
apparaat moeten in de gebruikelijke werkomgeving worden gecontroleerd op interferentie van elektrische appar-
atuur. RFI (Radio Frequency Interference) is herkenbaar aan verschuivingen in de basislijn, spoorcompressie,
verandering in de helderheid van het beeld of tijdelijke pieken.
E Series die met de Bluetooth
•
maakt van de 2,4 GHz ISM-band.
•
Gebruik het apparaat niet zonder batterij tijdens behandeling van patiënten. Zorg dat er altijd een volledig
opgeladen reservebatterij beschikbaar is voor het apparaat.
•
Als u regelmatig gedeeltelijk opgeladen batterijen gebruikt die u tussendoor niet volledig oplaadt, leidt dit tot een
blijvend afgenomen capaciteit en vroegtijdige uitval van de batterij.
Test de batterijen regelmatig. Batterijen die de capaciteitstest van ZOLL niet met succes doorstaan, kunnen er
•
onverwachts en zonder waarschuwing mee ophouden.
Vervang de batterij door een volledig opgeladen batterij onmiddellijk nadat het bericht BATTERIJ BIJNA LEEG of
•
BATTERIJ VERVANGEN verschijnt.
Defibrillatie in medische noodsituaties mag uitsluitend worden uitgevoerd door hiertoe opgeleide, bekwame
•
medewerkers die bekend zijn met de bediening van de apparatuur. De geschiktheid van de training (bijvoorbeeld
geavanceerde reanimatie of basisanimatie) dient door de behandelend arts te worden bepaald.
•
Gesynchroniseerde cardioversie mag uitsluitend worden verricht door bekwame medewerkers die een training in
geavanceerde reanimatie hebben gevolgd en bekend zijn met de bediening van de apparatuur. Voorafgaand aan
de defibrillatie moet de precieze aritmie worden vastgesteld.
•
Voordat gesynchroniseerde cardioversie wordt toegepast, moet de kwaliteit van het ECG-signaal goed zijn en
moeten er boven elk QRS-complex synchronisatiemarkeringen worden weergegeven.
De pacing dient te worden uitgeschakeld voordat defibrillatie met een tweede defibrillator plaatsvindt. Anders kan het
•
E Series-apparaat beschadigd raken.
Wees zorgvuldig bij het plaatsen van patiëntenkabels om te voorkomen dat iemand erover valt.
•
Wees zorgvuldig bij het plaatsen van patiëntenkabels om te voorkomen dat het apparaat onopzettelijk op de patiënt
•
wordt getrokken.
Draag het apparaat niet terwijl het in gebruik is.
•
In de instructies wordt beschreven over welke functies de E Series beschikt en hoe het product moet worden bedi-
•
end. De instructies zijn niet bedoeld als vervanging van een officiële opleidingscursus. Gebruikers mogen het
apparaat pas gebruiken voor de behandeling van patiënten wanneer zij een officiële training hebben gekregen van
een daarvoor geschikte persoon.
•
Demonteer het apparaat niet. Er bestaat schokgevaar. Problemen dienen uitsluitend door bevoegde
onderhoudstechnici te worden opgelost.
De connector voor potentiaalvereffening op het achterpaneel met connectoren heeft geen functie tijdens fysiologische
•
bewaking of toediening van therapie.
1-10
®
-optie zijn uitgerust, beschikken over een RF-zender die met 7dBm/5mW gebruik
9650-1210-16 Rev. H