HOOFDSTUK 5
DE AED (AUTOMATISCHE EXTERNE
DEFIBRILLATOR) BEDIENEN
Het AED-apparaat kent twee bedieningsmodi: semi-
automatisch en handmatig. In dit hoofdstuk wordt de
aanbevolen methode voor analyse en defibrillatie met
het AED-apparaat in de semi-automatische modus
beschreven. Indien echter het lokaal geldende protocol een
andere procedure voorschrijft, dient u dit protocol te volgen.
WAARSCHUWING
Bij patiënten jonger dan 8 jaar mag de AED-functie
•
van het apparaat niet worden gebruikt.
Alarmfuncties voor de hartfrequentie zijn niet-
•
operationeel wanneer het AED-apparaat zich in
semi-automatische modus bevindt.
•
De AutoPulse Plus is alleen geschikt voor gebruik
op volwassenen van 18 jaar en ouder. Bij gebruik
van de E Series en de AutoPulse Plus als een
systeem, geldt deze leeftijdsbeperking ook voor de
E Series.
In dit hoofdstuk wordt tevens beschreven hoe het AED-
apparaat kan worden overgeschakeld op de handmatige
modus (zie 'Handmatige bediening van de AED' op
pagina 5-5).
Het AED-apparaat kan het ECG-ritme van een patiënt op
twee verschillende manieren analyseren:
•
De altijd actieve modus op de achtergrond of de
semi-automatische modus (continue analyse)
wanneer MFE-pads of ECG-kabel en elektroden
worden gebruikt.
De door de gebruiker geactiveerde modus, die wordt
•
gestart met de knop ANALYSE.
De door de gebruiker geactiveerde analyse kan op de
volgende voorwaarden worden uitgevoerd:
Er zijn MFE-pads aangesloten.
•
De MFE-pads zijn stevig op de patiënt aangebracht,
•
dit om elektroderuis en artefacten te beperken.
•
De kiezer bevindt zich in de stand AAN.
In de semi-automatische modus start u met de knop
ANALYSE een analyse van het ECG van de patiënt,
waarbij wordt bepaald of het ritme schokbaar is.
Deze analyse bestaat normaal uit drie opeenvolgende
ECG-analyses van 3 seconden. Indien bij minimaal twee
van de drie analyses wordt vastgesteld dat het ritme
schokbaar is, wordt het apparaat automatisch opgeladen
tot het voorgeconfigureerde energieniveau en wordt de
gebruiker gevraagd om de patiënt een schok toe te
9650-1210-16 Rev. H
MFE-pads zijn tegen defibrillatie beveiligde patiëntaansluitingen van het type BF.
dienen. Indien bij minimaal twee van de drie analyses
van 3 seconden geen schokbaar ritme wordt
gedetecteerd, maakt het apparaat de gebruiker er op
attent dat er geen schok wordt geadviseerd. Indien
bij een of meerdere van de eerste drie analyses
ruis optreedt, wordt er een vierde analyse van
3 seconden uitgevoerd.
Na elke schok wordt de continue analyse hervat; als
er een schokbaar ritme wordt gedetecteerd, wordt de
scherm- en stemmelding PATIËNT CONTROLEREN
gegeven. (Er wordt continu een analyse gemaakt op
een verschuivend venster met 12 seconden aan ECG-
gegevens, waarbij elke 3 seconden een resultaat wordt
weergegeven. Indien drie van de vier segmenten van
drie-seconden schokbaar is, wordt het bericht PATIËNT
CONTROLEREN gegeven.)
De scherm- en stemmelding PATIËNT CONTROLEREN
wordt na de voltooiing van een door de gebruiker
geactiveerde analyse of ontlading gedurende
70 seconden onderdrukt (afhankelijk van de lengte van
het CPR-interval en of CONTROLEER POLS wordt
weergegeven).
WAARSCHUWING
Het is mogelijk dat de ECG-analysefunctie bij
patiënten met een geïmplanteerde pacemaker
ventriculaire fibrillatie niet op betrouwbare wijze
detecteert. Het uitgangspunt voor de behandeling van
patiënten met een geïmplanteerde pacemaker dienen
de controle van het elektrocardiogram en klinisch
bewijs voor cardiopulmonale stilstand te zijn.
Opmerking:De AED gebruikt de Shock Conversion
Estimator functie. Zie op pagina 4-3 voor
meer gedetailleerde informatie over deze
functie.
Semi-automatische bediening AED
Voordat u begint:
•
Bepaal de toestand van de patiënt aan de hand van
medische protocollen en door controle op:
– Bewusteloosheid
– Ontbreken van ademhaling en
– Ontbreken van pols.
Indien van toepassing start u de reanimatie volgens
•
het medische protocol en verzoekt u om assistentie.
5-1