Impedantiemeting mul-
Bereik: 0 ohm - 250 ohm
tifunctionele elektrode
Nauwkeurigheid: ±10% of 5 ohm (grootste van deze waarden).
Defibrillatieadvies
Evalueert elektrodeverbinding en ECG van patiënt om te bepalen of defibrillatie is vereist.
Schokbare ritmen: ventriculaire fibrillatie met amplitude > 100 V en ventriculaire tachy-
ECG-bewaking
Patiëntverbinding
ECG-kabel met 3 afleidingen, ECG-kabel met 5 afleidingen, paddles of MFE-pads.
Selecteerbaar via schakelaar op voorpaneel.
Inputbeveiliging
Volledig afgeschermd van defibrillator. Speciaal circuit voorkomt verstoring van ECG
door stimulatiepuls (uitsluitend bij versie met pacemaker).
Weergave stimulatie-
Speciaal circuit detecteert de meeste stimulatieartefacten van een geïmplementeerde
artefacten geïmplant-
pacemaker en biedt standaard weergavemarkeringen van stimulatieartefacten op
eerde pacemaker
ECG-spoor.
Geïmplanteerde
±2 mV tot ±700 mV, 0,1 ms tot 2 ms breedte, met constant opladen van 0 tot 100 ms.
pulsaties
Opmerking:De mogelijkheid voor de E Series met alleen pacemakerpulsaties om de pulsatie te
waargenomen
Bandbreedte
0,67 Hz - 21 Hz (-3 dB) standaard/0,05 Hz - 150 Hz diagnostiek
0,67 Hz - 27 Hz en 1 Hz - 21 Hz door gebruiker te configureren
Afleidingsselectie
Weergegeven op monitor
ECG-grootte
0,5; 1; 1,5; 2; 3 cm/mV (centimeter per millivolt) weergave op monitor
Hartfrequentie
Digitale weergave
Bereik: 0 bpm - 300 bpm
Nauwkeurigheid: ±5%
Schermpictogram geeft geactiveerd/gedeactiveerd aan. Door gebruiker te selecteren.
Hartfrequentiealarm
Tachycardie 60 bpm - 280 bpm, bradycardie 20 bpm - 100 bpm
Hoge T-top-
detectiedrempel
Middeling van
De E Series middelt het interval tussen de 5 laatst gedetecteerde slagen. Tijdens het
hartfrequentie
opstarten middelt de E Series de frequentie tussen de gedetecteerde slagen zodra er twee
slagen zijn gedetecteerd tot er 5 volledige slagen zijn ontvangen. De frequentie wordt elke
slag bijgewerkt. Nadat deze conditie is geconstateerd, wordt de meter elke slag bijgewerkt
met een gemiddelde over de 5 laatste slagen.
Als er meer dan 5 seconden verstrijken zonder date r een hartslag waargenomen wordt,
meldt de hartslagmeter een frequentie van 0 bpm; dit wordt om de 5 seconden herhaald.
9650-1210-16 Rev. H
cardie met brede complexen bij frequenties van meer dan 150 bpm.
Raadpleeg het gedeelte over de nauwkeurigheid van het algoritme voor
ECG-analyse voor nadere informatie over gevoeligheid en specificiteit.
weigeren, omvat pulsen met een amplitude tussen ±2 mV en ±700 mV, met een breedte
tussen 0,1 ms en 2 ms, zonder overschrijding, en amplituden tussen ±100 mV en ±
500mV, met een breedte tussen 0,1 ms en 2 ms, met een overschrijding van 4 tot 100 ms.
De mogelijkheid voor de E Series met pacemakerpulsaties en een normaal gepacete QRS
en T top om de pulsatie te weigeren, omvat pulsen met een amplitude tussen ±2 mV en ±
700mV, met een breedte tussen 0,1 ms en 2 ms, zonder overschrijding, en een amplitude
tussen ±100 mV en ±500 mV, met een breedte tussen 0,1 ms en 2 ms, met een overschri-
jding van 4 tot 100 ms.
De mogelijkheid voor de E Series met pacemakerpulsaties met een ineffectief gepacet
QRS patroon om de pulsatie te weigeren omvat pulsen met een amplitude tussen ±100
mV en ±700 mV, met een breedte tussen 0,1 ms en 2 ms, zonder overschrijding, en een
amplituden tussen ±100 mV en ±500 mV, met een breedte tussen 0,1 ms en 2 ms, met
een overschrijding van 4 tot 100 ms.
De E Series kan geen A-V sequentiële pacemakerpulsaties weigeren.
1,0 mV
Specificaties
A-3