HOOFDSTUK 12
BATTERIJBEHEER
Onderhoud van de batterij
Wil men het systeem op een veilige, betrouwbare manier
kunnen gebruiken, dan is er een goed programma voor
batterijbeheer nodig om ervoor te zorgen dat er altijd
voldoende batterijvermogen beschikbaar is.
ZOLL heeft het boekje ZOLL Battery Management
Program over batterijbeheerprogramma's (9650-0019-01)
en Handleiding voor de SurePower batterij (9650-0536-16)
samengesteld. Aan de hand van de informatie in dit boekje
kunt u bepalen welke specifieke eisen u aan batterijen
stelt, en welke stappen u kunt nemen om een compleet,
doeltreffend en veilig batterijbeheerprogramma in
te voeren.
Voor het veilig afvoeren van loodzuurbatterijen en
wegwerpelektroden dient u de landelijke, regionale en
lokale voorschriften te volgen. Verder geldt dat batterijen
in verband met brand- en explosiegevaar nooit in contact
met vuur mogen worden gebracht.
Verwachte levensduur van de batterijen
Loodzuurbatterijen dienen na gebruik weer volledig te
worden opgeladen. Bij herhaaldelijk opladen met een
korte cyclus neemt de capaciteit af en raakt de batterij
vroegtijdig defect.
WAARSCHUWING
•
Als u regelmatig gedeeltelijk opgeladen
loodzuurbatterijen gebruikt die u tussendoor
niet volledig oplaadt, leidt dit tot een blijvend
afgenomen capaciteit en vroegtijdige uitval
van de batterij.
De regelmaat waarmee batterijen worden gebruikt, het
aantal batterijen dat wordt gebruikt en het patroon voor
het ontladen en opladen van de batterijen dragen bij aan
het verloren gaan van oplaadcapaciteit. Daarom raadt
ZOLL gebruikers aan gebruikte batterijen te vervangen
en weg te gooien volgens een preventief schema. Bij het
bepalen van de doeltreffendste tussenperiode voor
de preventieve vervanging van batterijen dienen
als uitgangspunt te worden genomen verwachte
gebruikspatronen, testresultaten van batterijen
en ervaring met het gebruik van het apparaat.
ZOLL beveelt aan batterijen eens in de 18 maanden
of eerder te vervangen.
9650-1210-16 Rev. H
Het bericht BATTERIJ BIJNA LEEG
Wanneer het apparaat detecteert dat de batterij bijna
leeg is, wordt op de monitor om de minuut het bericht
BATTERIJ BIJNA LEEG weergegeven en klinkt om
de minuut of om de 5 minuten een uit 2-piepjes
bestaande toon. De toon en de frequentie van de toon
zijn configureerbare opties, die in Systeeminstelling
kunnen worden ingesteld.
Het bericht en de piepsignalen houden aan tot vlak
voordat het apparaat wordt uitgeschakeld; dan klinken
en twee piepsignalen en verschijnt gedurende circa
20 seconden de melding BATTERIJ VERVANGEN.
WAARSCHUWING
Test de batterijen regelmatig. Batterijen die
•
de capaciteitstest van ZOLL niet met succes
doorstaan, kunnen er onverwachts en zonder
waarschuwing mee ophouden.
Naarmate de capaciteit van de afzonderlijke batterijen
afneemt, wordt ook de resterende gebruiksduur na het
bericht BATTERIJ BIJNA LEEG korter. Bij nieuwere of
minder gebruikte batterijen is de gebruiksduur die na
deze waarschuwing resteert, beduidend langer dan bij
batterijen die meer zijn gebruikt. In beide gevallen leidt
de waarschuwing uiteindelijk tot uitschakeling van de
defibrillator. Vervang de batterij door een volledig
opgeladen batterij onmiddellijk nadat de melding
BATTERIJ BIJNA LEEG of BATTERIJ VERVANGEN
zich voordoet.
De batterij vervangen
De E Series zijn dusdanig ontworpen dat de batterij snel
kan worden verwijderd en vervangen.
U verwijdert de batterij als volgt:
1. Schakel het apparaat uit.
2. Steek een vinger in de uitsparing aan het
linkeruiteinde van de batterij en druk hiermee tegen
de batterij om de vergrendelingsklem van de batterij
los te maken.
3. Licht de batterij uit het apparaat.
Een batterij plaatst u als volgt:
1. Zorg dat het lipje van de batterij zich op een lijn
bevindt met de uitsparing op de bovenzijde van het
apparaat die u in staat stelt met uw vinger de batterij
te verwijderen.
12-1