Bedieningshandleiding voor de E Series
Defibrillatiefunctie
De producten in de E Series beschikken over een
gelijkstroomdefibrillator die tot 200 joule aan energie
kan leveren. Deze kan in de synchronisatiemodus
worden gebruikt voor toepassing van gesynchroniseerde
cardioversie, waarbij de R-top op het ECG van de patiënt
als referentie voor de timing dient. Het apparaat wordt
gebruikt in combinatie met wegwerp-MFE-pads voor
defibrillatiedoeleinden met gellaag.
Het gebruik van de producten in de E Series moeten
worden voorgeschreven door een arts of de medisch
adviseur van een eerstehulpteam.
Beoogd gebruik — Handmatige bediening
Het gebruik van de producten in de E Series in de
handmatige modus ten behoeve van defibrillatie is
geïndiceerd voor patiënten met een hartstilstand met
vermoedelijke circulatiestilstand, waarop de volgende
drie voorwaarden wijzen:
Bewusteloosheid
•
Ontbreken van ademhaling en
•
•
Ontbreken van pols.
Dit product mag uitsluitend door gekwalificeerd medisch
personeel worden gebruikt voor de conversie van
ventrikelfibrillatie en snelle ventriculaire tachycardie naar
het sinusritme of andere hartritmen die hemodynamisch
significante hartslagen kunnen opleveren.
In de handmatige modus kan het E Series-apparaat
tevens worden gebruikt voor gesynchroniseerde
cardioversie om een einde te maken aan atriale fibrillatie
(AF) of ventriculaire tachycardie (VT), waarbij de R-top
op het ECG van de patiënt als referentie voor de timing
dient. Wanneer gesynchroniseerde cardioversie wordt
toegepast, moet worden besloten door een bevoegde arts.
De adviesfunctie dient te worden gebruikt ter bevestiging
van ventriculaire fibrillatie en ventriculaire tachycardie
met brede complexen (meer dan 150 slagen per minuut)
bij patiënten die voldoen aan de drie (bovengenoemde)
voorwaarden die op een circulatiestilstand wijzen.
Beoogd gebruik — Semi-automatische
bediening (AED)
Het E Series-apparaat is bestemd voor gebruik door
hulpverleners en medewerkers van Spoedeisende hulp
die voldoen aan de trainings- en certificeringsvereisten
die gelden voor het gebruik van een defibrillator wanneer
de gebruiker van het apparaat de toediening van
schokken aan de patiënt regelt.
Het is specifiek ontworpen voor gebruik bij programma's
voor vroegtijdige defibrillatie waarbij de toediening van
een defibrillatieschok tijdens CPR, vervoer en de
aangewezen behandeling deel uitmaken van een
medisch goedgekeurd behandelprotocol.
Het gebruik van het apparaat in de semi-automatische
modus ten behoeve van defibrillatie is geïndiceerd voor
patiënten met een hartstilstand met vermoedelijke
circulatiestilstand.
De specificaties van de ECG-analysefunctie bevinden
zich aan het eind van dit hoofdstuk.
1-6
Beoogd gebruik — CPR-bewaking
De CPR-bewakingsfunctie biedt zichtbare en hoorbare
feedback, die de hulpverlener helpt bij het uitvoeren van
hartmassage met een frequentie van 100 compressies
per minuut, zoals aanbevolen door AHA/ERC.
Gesproken berichten en berichten op het LCD-scherm
bieden aanwijzingen voor een minimale compressie met
een diepte van ten minste 3,8 cm of 5,0 cm (afhankelijk
van de configuratie) cm bij volwassenen.
De CPR-bewakingsfunctie is niet bedoeld voor gebruik
bij patiënten die jonger zijn dan 8 jaar.
Contra-indicaties voor semi-automatische
bediening
Bij patiënten jonger dan 8 jaar mag de AED-functie
van het apparaat niet worden gebruikt.
Het is mogelijk dat de ECG-analysefunctie bij patiënten
met een geïmplanteerde pacemaker ventriculaire
fibrillatie niet op betrouwbaar wijze detecteert.
Het uitgangspunt voor de behandeling van patiënten
met een geïmplanteerde pacemaker dienen de
controle van het elektrocardiogram en klinisch
bewijs voor cardiopulmonale stilstand te zijn.
Gebruik de ECG-analysefunctie niet tijdens het vervoer
van de patiënt per brancard, ambulance of een ander
vervoermiddel. De patiënt moet tijdens de ECG-analyse
stilliggen. Raak de patiënt niet aan tijdens de analyse.
Wanneer wordt begonnen met de ECG-analyse, mag
niet worden doorgegaan met het verplaatsen van
brancard of voertuig. Als het apparaat in een voertuig
wordt gebruikt, brengt u het voertuig volledig tot
stilstand voordat u de analysefunctie activeert.
Complicaties bij defibrillators
Defibrillatie of cardioversie bij een patiënt voor wie dit
geen geschikte behandelwijze is (bijvoorbeeld een
patiënt zonder schadelijke aritmie) kan ventriculaire
fibrillatie, asystolie en andere gevaarlijke typen aritmie
veroorzaken.
Als de elektroden of de elektrolytengel niet op de juiste
wijze worden aangebracht, kan de defibrillatie haar doel
missen en brandwonden veroorzaken, vooral wanneer
meerdere schokken nodig zijn. Erytheem of hyperemie
van de huid onder de paddles of MFE-pads komt vaak
voor. Langs de rand van de paddle of elektrode is deze
vaak het meest intens. De roodheid van de huid hoort
binnen 72 uur sterk verminderd te zijn.
Energieafgifte van de defibrillator
De producten in de E Series kunnen tot 200 joule
leveren, toegediend met een weerstand van 50 ohm.
Hoeveel energie via de borstwand wordt geleverd, wordt
echter bepaald door de thoraximpedantie van de patiënt.
Er dient voldoende elektrolytengel op de paddles te
worden aangebracht en op iedere paddle dient een
kracht van 10 tot 12 kilogram te worden uitgeoefend
teneinde de impedantie tot een minimum te beperken.
Als er MFE-pads worden gebruikt, dient te worden
gezorgd dat deze correct worden aangebracht.
(Instructies voor het correct aanbrengen zijn te vinden
in 'MFE-pads aanbrengen/aansluiten' op pagina 1-8).
9650-1210-16 Rev. H