Inhoudsopgave
Advertenties
HOOFDSTUK 9
NIET-INVASIEVE TIJDELIJKE PACING
(UITSLUITEND BIJ VERSIE MET PACEMAKER)
Raak het van gel voorziene gedeelte van de MFE-pads tijdens de pacing niet aan, om het risico van een
•
elektrische schok te voorkomen.
•
MFE-pads dienen na 8 uur continue pacing (Radiolucent (röntgendoorlatende) statpadz: 2 uur) te worden
vervangen; zo heeft de patiënt maximaal baat bij de behandeling.
De pacing met CPR-D•padz wordt niet aanbevolen. Voor het meeste doeltreffende pacing, gebruik MFE-pads.
•
Langdurige pacing (langer dan 30 minuten) kan – met name bij pasgeborenen en volwassenen met een ernstig
•
belemmerde bloedtoevoer - brandwonden veroorzaken. Periodieke inspectie van de huid verdient aanbeveling.
•
Indien het apparaat niet is uitgeschakeld en er minder dan 10 minuten zijn verstreken sinds de Pacer-stand voor
het laatst is gebruikt, heeft het reactiveren van de Pacer-stand tot gevolg dat de pacing onmiddellijk wordt hervat
met de eerder geselecteerde instellingen voor mA en ppm.
•
De pacing dient te worden uitgeschakeld voordat defibrillatie met een tweede defibrillator plaatsvindt. Anders
kan het E Series-apparaat beschadigd raken.
Niet-invasieve tijdelijke pacing
Bepaalde producten in de E Series beschikken over
een VVI-demand-pacemaker: een veilig, doeltreffend
ontwerp voor niet-invasieve tijdelijke pacemakers.
Voor goede demand-pacing is een ECG-signaal met
een betrouwbaar oppervlak van hoge kwaliteit nodig.
Toestand van patiënt bepalen en zorg bieden aan
de hand van medisch protocol.
Voorbereiding patiënt
Verwijder alle kleding van de borst van de patiënt.
Droog de borst zo nodig af. Indien de patiënt overmatige
borstbeharing heeft, knipt u deze af, zodat de elektroden
goed blijven zitten.
1
Aanbrengen van elektroden en/of MFE-pads
Sluit de elektroden aan op de ECG-kabelafleidingen
en sluit de kabel aan op het E Series-apparaat.
De ECG-elektroden aanbrengen (zie 'ECG-bewaking' op
pagina 10-1). Pas de ECG-grootte en de afleiding aan
ten behoeve van een geschikte weergave van de curve.
Controleer of de R-top goed wordt waargenomen.
Bij een goede waarneming knippert het hartvormige
symbool bij elke R-top.
9650-1210-16 Rev. H
Paddles zijn tegen defibrillatie beveiligde patiëntaansluitingen van het type BF.
ECG-afleidingen zijn tegen defibrillatie beveiligde patiëntaansluitingen van het type CF.
WAARSCHUWING
Bevestiging en aansluiting van MFE-pads
Zie de beschrijving in 'MFE-pads aanbrengen/aansluiten'
op pagina 1-8.
2
De kiezer in de stand PACER zetten
Instellen van pacing-energie op 0 mA
Als het apparaat net is ingeschakeld, wordt PACER
ENERGIE automatisch ingesteld op 0 mA.
3
Pacingfrequentie instellen
Stel PACER FREQ. in op een waarde die 10 tot 20 ppm
hoger is dan de intrinsieke frequentie van de patiënt.
Gebruik bij het ontbreken van een intrinsieke frequentie
100 ppm.
9-1
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
