Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Honeywell Galaxy Flex Installatiehandleiding pagina 98

Verberg thumbnails Zie ook voor Galaxy Flex:
Inhoudsopgave

Advertenties

Parameters [51]
Paniek reset [51.22]
Met deze optie kunt u het gebruikerstype selecteren dat het systeem na een Paniekactivering
kan resetten. U kunt deze optie ook wijzigen met een remote code. Het bereik is
3 tot 5 voor de gebruiker.
6 voor de manager.
7 voor de installateur.
U kunt elk blok een andere waarde toewijzen.
Op de centrale is alleen een reset op installateurniveau nodig als alarmen worden doorgemeld
via een communicatiemodule en het resettype is ingesteld op 7. Als er geen signaal wordt
doorgegeven, wordt de reset automatisch verlaagt naar type 6. Deze functie is alleen actief
als DTMF-signalering wordt geselecteerd.
Uitwijkalarm [51.24]
Gebruik deze parameter om volledige alarmvoorwaarde in te schakelen om af te gaan
als een andere zone dan Laatste, Uitgang, Ingang of Puls-aan (of Security laatste of Deel
laatste in geval bij een Laatste) wordt geopend tijdens de afsluittijd. Standaardinstelling
is 0 (uitgeschakeld).
Opmerking:
Deze optie moet alleen worden gebruikt indien ingevoerd.
U kunt elk blok een andere waarde toewijzen.
Als de parameter Uitgangsalarm is ingeschakeld, veroorzaakt iedere geopende
zone een volledig alarm als deze geopend is op het moment dat de autoset start
(aan het einde van het vooralarm).
Als de parameter Uitgangsalarm is uitgeschakeld, leidt iedere geopende zone tot een
'urgente ' pieptoon van de In-/Uitgangssignalering als deze geopend is op het moment
dat de autoset start (aan het einde van het vooralarm). Als de open zones niet zijn gesloten
tegen de eindtijd die is gedefinieerd in parameter 35= Niet Ingeschakeld, volgt alsnog een
volledig alarm. Bovendien worden de uitgangen met de functie Niet Ing. geactiveerd.
Geforceerd [51.26]
Met de parameter Geforceerd schakelt u menuoptie 14 = GEFORC. INSCH in of uit.
Als de parameter is ingesteld op 1 (ingeschakeld) kan de gebruiker het systeem geforceerd
inschakelen en automatisch alle overbrugbare zones die ten tijde van het inschakelen
waren geopend, overbruggen. Als de parameter is ingesteld op 0 (uitgeschakeld), is optie
14 = GEFORC. INSCH niet beschikbaar voor de gebruiker. Het bericht Deze optie is
niet aanwezig wordt weergegeven. De parameter staat standaard op 0 (uitgeschakeld).
Opmerking:
Het wordt aanbevolen dat u het kenmerk Overbruggen voor de zones Laatste,
Ingang en Puls Aan uitschakelt. Wanneer u Geforceerd inschakelen gebruikt
met de optie 51.09 (Alles overbruggen) en de parameter instelt op
2=Geforceerd, worden alle zones die zijn geopend tijdens het inschakelen,
overbrugd. Zelfs als het kenmerk Overbruggen is uitgeschakeld.
98
Galaxy Flex/Flex+ -
Installatiehandleiding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Galaxy flex+Galaxy flex 20Galaxy flex 50Galaxy flex 100

Inhoudsopgave