Programmeer Uitgangen [53]
45 Uitgeschakeld (Puls)
De uitgang wordt geactiveerd wanneer het systeem (of het blok) wordt uitgeschakeld.
Het standaard uitgangsmoduskenmerk wordt geprogrammeerd als puls van twee seconden.
Op deze wijze kan een buzzer wordt geactiveerd om aan te geven dat het systeem
is uitgeschakeld met behulp van een RF-handzender.
46 Laat Ingeschakeld (Vasthoudend)
Deze uitgang wordt geactiveerd als het systeem niet is ingeschakeld door de geprogrammeerde
monitortijd (zie Autoset Status [65.3.1]).
47 Vroeg Uit (Vasthoudend)
Deze uitgang wordt geactiveerd als het systeem is uitgeschakeld vóór de geprogrammeerde
monitortijd (zie Status [65.3.1]).
48 Vooralarm (Meegaand)
Deze uitgang is actief tijdens de geprogrammeerde waarschuwingstijd van de
autosetfunctie. De status is Meegaand. Het vooralarmsignaal bestaat uit een constante
toon als de automatische inschakelduur van het systeem kan worden verlengd. Als
verlenging niet mogelijk is, bestaat het vooralarmsignaal uit een pulserende toon.
49 Autoset (Meegaand)
Deze uitgang wordt geactiveerd als het systeem is ingeschakeld met de autosetfunctie
(zie Autoset [65.3]). Het standaard uitgangsstatuskenmerk is geprogrammeerd als
Meegaand. Dit betekent dat de uitgang actief blijft tot het systeem wordt uitgeschakeld.
Opmerking:
De inschakeling wordt ook geactiveerd als het systeem automatisch wordt
ingeschakeld met de functie Autoset.
51 – 65 Link A – O (Meegaand)
Link-uitgangen hebben geen duidelijk omschreven functie. Ze zijn ontworpen voor
gebruik met Programmeer Linken [54] om de installateur de mogelijkheid te geven om een
specifiek uitgangsadres te activeren. Link-uitgangen kunnen met een willekeurige
linkoptiebron worden geactiveerd. Het functioneren van de uitgang Link is afhankelijk van
de uitgangsstatus en blokken die aan de uitgang zijn toegewezen. De blokken die aan
de link zijn toegewezen moeten ten minste één blok gemeen hebben met de linkuitgang
voordat de uitgang wordt geactiveerd. Deze functie kan worden gebruikt om het aantal
verschillende in het systeem beschikbare linkuitgangen te vermenigvuldigen.
Opmerking:
Wanneer een zonefunctie de bron is van een uitgang van het type Link
is een point-to-point-link beschikbaar. Deze is even effectief als een
directe aansluiting.
66 RF Storing (Vasthoudend)
Deze uitgang wordt geactiveerd wanneer een RF RIO een interferentieniveau detecteert
die voor radiostoring kan zorgen.
144
Galaxy Flex/Flex+ -
Installatiehandleiding