Galaxy Flex/Flex+ -
Installatiehandleiding
Opmerkingen: Dit is niet hetzelfde als open zones die worden aangegeven
op het bediendeel. Deze gaan vergezeld van snel opeenvolgende
tonen bij het in-/uitgangssignaal.
Brandalarmen kunnen niet worden gereset met een proximity-tag
Gebeurtenisopname
Tijdens de inschakelperiode geldt er geen limiet voor het aantal signalen dat door
individuele activeringen kan worden verzonden. Er wordt echter een beperkt aantal
gebeurtenissen van één enkele bron geregistreerd in het geheugen. Dit aantal kunt
u instellen in Aantal Alarm [51.48].
Resetten met alarmoorzaakcode
Er moet een alarmoorzaakcode worden ingevoerd om het systeem te resetten als optie 51.72
is ingeschakeld.
Als er meerdere oorzaken voor het alarm zijn en/of meerdere blokken moeten worden
gereset, hoeft u de alarmoorzaakcode slechts eenmaal op te geven. De gebruiker geeft
de meest geschikte code voor de locatie op. De waarden van de oorzaakcode moeten
bepaald worden in combinatie met het ARC (Alarm Receiving Centre).
Fouten en sabotage onderdrukken
Wanneer een gebruiker zich aanmeldt, worden op het display niet-gewiste fouten
en sabotage weergegeven. Als de situatie niet kan worden opgelost en hersteld,
kan de gebruiker de conditie onderdrukken.
Als een gebruiker probeert het systeem in te schakelen, worden alle actuele condities
weergegeven. De gebruiker kan door meerdere condities bladeren. Als de gebruiker
gemachtigd is om de conditie te onderdrukken, wordt het volgende bij de conditie
weergegeven:
Als de gebruiker de conditie niet kan onderdrukken, wordt ent=INSCHAKELEN niet
weergegeven.
De gebruiker kan elke gemachtigde conditie onderdrukken door op
de conditie op het bediendeel wordt weergegeven. Elke conditie wordt apart weergegeven
en onderdrukt.
te drukken, wordt de conditie voor slechts één vaste periode onderdrukt.
ent
Door op
esc
Door op
te drukken, keert u terug naar de vorige banner.
ACCU LAAG
ent=INSCHAKELEN
Gebeurtenisopname
ent
te drukken terwijl
45