Galaxy Flex/Flex+ -
Installatiehandleiding
Opmerking:
Door een sjabloon toe te wijzen, bepaalt de sjabloon de blokken waartoe de
kaart toegang heeft. De blokken die zijn toegewezen aan de gebruikercode
bepalen niet meer welke toegang de kaart heeft.
RF keyfob [42.1.gebruikerscode.10]
Met deze optie kunt u een keyfob in het systeem registreren. Keyfobs kunnen worden
toegewezen aan maximaal 248 gebruikers (afhankelijk van het systeemmodel) en kunnen
worden geprogrammeerd voor het in- en uitschakelen van het systeem, het activeren
van paniekalarmen, of beide. Als gevolg van bepaalde nationale wet- en regelgeving
kunn en er restricties gelden ten aanzien van deze opties.
Een keyfob registreren:
1.
Selecteer 1= Keyfob Inleren en druk ent.
Het serienummer wordt weergegeven als er een fob is geprogrammeerd.
2.
Als u het serienummer handmatig opgeeft, selecteer dan apparaattype: 1=Alpha of
2=V2.
3.
Druk op
om het inleerproces te starten. Het bericht Leer keyfob wordt weergegeven.
4.
Druk beide SOS-knoppen (1 en 3) op de keyfob tegelijkertijd in.
Als de bewerking is gelukt, verschijnt gedurende drie seconden het bericht
Fob ingeleerd op het scherm. Als menuoptie 51.60.8 wordt ingeschakeld,
hoort u dubbele toon.
Als er binnen 30 seconden geen apparaat wordt gevonden, ziet u het bericht
Inleer optie timeout.
5.
Indien vereist, en indien de functie beschikbaar is, selecteert u 1= Ingeschakeld
om de Paniekfunctie te activeren op de keyfob.
Opmerking: In sommige gebieden kan deze functie zijn uitgeschakeld.
Bij niet-inleren van de keyfob:
1.
Verwijder de accu.
2.
Veroorzaak kortsluiting tussen de polen van de batterij.
3.
Plaats de batterij terug en herhaal bovenstaande procedure.
Inschakelen van de paniekfunctie op een bestaande keyfob:
Opmerking:
1.
Selecteer 2= Keyfob PA en druk
2.
Selecteer 1= Ingeschakeld.
Activeer [51.60.2] voordat u deze optie selecteert.
ent
Codes [42, gebruikersmenu 7]
.
73