Galaxy Flex/Flex+ -
Installatiehandleiding
U kunt bij het toewijzen van de kenmerken 1 en 3 tot en met 13 de programmering op
elk moment afbreken en terugkeren naar de kenmerkselectie door op
Als het kenmerk 2= Zone Omschrijving is, wordt de toegewezen alfanumerieke tekst
opgeslagen.
1=Functie
Het kenmerk Functie geeft het adres en de huidige functie van de geselecteerde zone weer,
samen met het referentienummer van de functie. U kunt door de zonefuncties bladeren
of het referentienummer van een zonefunctie direct opgeven, bijvoorbeeld 19 voor
19=BRAND.
Zodra de vereiste zonefunctie wordt weergegeven, drukt u op
toe te wijzen.
2= Zone Omschrijving
U kunt met dit kenmerk een alfanumerieke beschrijving van maximaal 16 tekens toevoegen
aan een zone. U kunt de ingebouwde tekenset en/of bibliotheekopties gebruiken.
Als u het kenmerk opgeeft, wordt de huidige beschrijving (standaard blanco) op de bovenste
regel weergegeven en een onderstrepingsteken geeft aan waar het volgende teken zal komen.
Het alfabet wordt op de onderste regel weergegeven en de cursor knippert op de letter L.
Druk op
om de reeds aan de beschrijving toegewezen tekens te wissen.
A
B
Gebruik
of
om het alfabet naar links of rechts te schuiven tot het gewenste teken onder
de knipperende cursor staat. Wanneer het gewenste teken op de juiste plaats staat, drukt
om het teken naar de beschrijving op de bovenste regel te kopiëren. Herhaal deze
ent
op
procedure tot de gewenste zoneomschrijving compleet is.
Karakterlijst & bibliotheek
Wanneer u het kenmerk invoert, worden de alfanumerieke tekens allemaal als hoofdletters
weergegeven. Druk op
#
Druk op
om, als de kleine letters worden weergegeven, over te schakelen naar
de bibliotheekwoorden. Gebruik
het referentienummer (zie Bijlage A: Bibliotheek). Wanneer het gezochte woord wordt
weergegeven, drukt u op
Opmerking:
Bibliotheekwoorden zijn maximaal twaalf tekens lang en bevatten
alleen hoofdletters.
3=Bel Functie
Schakel het kenmerk Belfunctie in om kortstondig een bel te laten klinken als de zone wordt
geopend terwijl het systeem wordt uitgeschakeld. Het kenmerk Belfunctie wordt standaard
voor alle zonefuncties ingesteld op 0 (uitgeschakeld).
A
B
Gebruik
of
om te schakelen tussen de statussen van het belkenmerk en druk vervolgens
ent
op
om de instelling te accepteren.
Opmerking:
Dit kenmerk werkt alleen als de optie Belfunctie [15] is geactiveerd.
#
om te schakelen tussen hoofd- en kleine letters.
A
B
of
om door de woorden te bladeren, of typ direct
om dit naar de beschrijving te kopiëren.
ent
Programmeer Zones [52]
esc
te drukken.
ent
om de functie aan de zone
115