Galaxy Flex/Flex+ -
Installatiehandleiding
3.
Selecteer indien nodig een specifieke instelling voor elke zone in het menu Wrst. select.
52 ent 9 ent
(
).
4.
De kabellengte in elke zone mag niet groter zijn dan 500 m. Voor de instellingen
11 en 12 mag de kabellengte niet groter zijn dan 100 m.
Detectors aansluiten
Sluit detectors volgens dit schema aan op de zoneterminals:
Informatie over aanvullende zoneconfiguratie
Zones kunnen worden geprogrammeerd met verschillende weerstandbereiken of voor
normaal-gesloten (N/C) lussen voor zonestatusactivatie (zie zoneweerstand [51.46]
en bijlage H).
Als een detector afzonderlijke fout- en antimaskindicaties heeft, gebruik dan de bedrading
zoals weergegeven in Afbeelding 4.
Afbeelding 4 Optie 12 - Dubbelgebalanceerde 1k fout-/antimaskbekabeling
Bij gebruik van deze bedradingsmodus mag er niet meer dan één detector zijn ingesteld voor
het rapporteren van foutcondities en dient het aantal detectoren of contacten, ongeacht
het type, maximaal 2 te bedragen.
Opmerking:
De aanbevolen maximale kabellengte van een zone naar een detector
bedraagt 500 meter in alle overige configuraties.
Detectors aansluiten op zones
19