Toegangbeheer [69]
MAX-parameters [69.2.2]
Met deze optie definieert u de afzonderlijke operationele functies voor elke MAX-module.
Wanneer u deze optie selecteert, wordt het adres van de eerste MAX op het systeem
weergegeven met de omschrijving die er momenteel aan is toegewezen. Tegelijkertijd geven
LED´s op de display van de MAX-module het adres in patroonvorm weer. Druk op
om een afbeelding op het bediendeel weer te geven die overeenkomt met het LED-patroon
op de MAX-module. Raadpleeg voor meer informatie Lezer [25.3] op pagina 56.
Beschrijving [69.2.2.1]
Gebruik dit om een naam van maximaal twaalf tekens toe te wijzen aan de verschillende
MAX-modules.
Relaistijd [69.2.2.2]
Dit is de toegestane tijd nadat de kaart door de lezer is gehaald waarin een deur kan openen
zonder dat er een alarm afgaat. Het MAX-relais wordt gedeactiveerd zodra het deurcontact
wordt geopend of de Max. open tijd optreedt.
Het bereik is 01 tot 60 seconden en de standaardtijd is 5 seconden.
om de tijd met telkens één seconde te verhogen of te verlagen.
A
B
Druk op
of
Maximale Open tijd [69.2.2.3]
Dit is de periode waarin een deur open kan blijven nadat een kaart door de lezer is gehaald.
Als de deur langer geopend blijft dan de periode die aan Max. Open Tijd is toegewezen,
gaat een alarm af.
Opmerking: Als Max. Open Tijd is geprogrammeerd op 0 seconden, kan de deur voor
onbepaalde tijd open blijven zonder dat er een alarm wordt geactiveerd.
Het bereik is 00 tot 60 seconden en de standaardtijd is 10 seconden.
om de tijd met telkens één seconde te verhogen of te verlagen.
A
B
Druk op
of
Alarmblok [69.2.2.4.1]
Wanneer u de optie Alarmblok selecteert, wordt het blok weergegeven dat momenteel
aan de MAX is toegekend. Druk op het bloknummer om te schakelen tussen het blok
dat momenteel aan de MAX is toegewezen. Op de MAX is geen toegang via de deur
mogelijk wanneer het blok is ingeschakeld. Een gebruiker moet aan dit blok zijn
toegewezen om via deze deur toegang te kunnen krijgen.
Systemen met meerdere blokken
De grotere Flex- en Flex+-systemen hebben meer dan acht blokken. Deze worden op
het bediendeel in sets van acht blokken weergegeven. Druk op de toets A of B om de
verschillende groepsblokken weer te geven. Druk op de toetsen 1-8 om de statuswaarden
van de relevante groep(en) in elk blok toe te wijzen aan de MAX-kaart.
Als de gewenste blokken zijn toegewezen aan de gebruiker, druk dan op ent om de
programmering te accepteren.
204
Galaxy Flex/Flex+ -
Installatiehandleiding
#