Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Honeywell Galaxy Flex Installatiehandleiding pagina 123

Verberg thumbnails Zie ook voor Galaxy Flex:
Inhoudsopgave

Advertenties

Galaxy Flex/Flex+ -
Installatiehandleiding
08 Puls aan
Deze zonefunctie wordt gebruikt om de instellingenroutine te beëindigen. Het systeem
wordt ingesteld wanneer de Puls-aan zone, meestal een drukknop, wordt geactiveerd.
De In Uitgangssignalering stopt onmiddellijk wanneer de knop wordt ingedrukt.
Het systeem wordt na vier seconden ingeschakeld zodat de deuren zich kunnen sluiten.
De Puls aan zone blijft inactief tot de volgende instelroutine.
Opmerking:
De Puls-aan-zone mag van 1kΩ naar 2kΩ gaan of van 2kΩ naar 1kΩ
(zie de Installatiehandleiding (II1-0033), Systeemarchitectuur voor meer
informatie over de aansluiting. De eerste keer dat Puls-aan wordt gebruikt
om de inschakeling te beëindigen, moet de knop tweemaal worden ingedrukt.
Bij de eerste keer wordt de normale status doorgegeven aan het systeem.
Het activeren van een Puls aan-zone gedurende de uitgangstijd wordt niet op het bediendeel
gemeld als een open zone.
De beëindigingsfunctie van een Puls-aan zone kan worden verlengd om de
Opmerking:
inschakeling van meerdere blokken te beëindigen. Druk hiervoor op
het toewijzen van een blok aan een zone. Zie de ster
09 Sleutel
Met de functie Sleutelschakelaar kan een zone worden gebruikt als een aan-/uitschakelaar
voor het systeem of voor toegewezen blokken. Als u een Sleutelzone bedient wanneer
het systeem is uitgeschakeld, wordt de getimede volledige inschakelroutine gestart en wordt
de uitgangstijd gebruikt. Het systeem wordt ingesteld wanneer de uitgangstijd verloopt
of een Laatste of Puls-aan zone wordt geactiveerd.
Opmerking: Wijs een
ingeschakeld. In dit geval is de uitgangstijd niet van toepassing.
Als het overbruggingskenmerk van de sleutelzone is ingeschakeld, worden
de toegewezen blokken geforceerd ingeschakeld.
Wanneer de sleutelschakelaar tweemaal tijdens de uitgangstijd van een automatische
inschakeling wordt geactiveerd, wordt de automatische inschakeling tijdelijk een paar
seconden geannuleerd, waarna de uitgangstijd opnieuw wordt gestart en de centrale gereset.
Wanneer tijdens een vooralarmperiode van een automatisch instelling een sleutelschakelaarzone
wordt bediend, wordt er een geforceerde instelling gestart. Als u vervolgens de schakelaar
opnieuw activeert (uitschakelt met de sleutelschakelaar) wordt voordat de centrale wordt
ingesteld, het vooralarm voor de automatische instelling voortgezet.
Opmerking: Wanneer de sleutelschakelaar de tweede keer wordt geactiveerd om de
centrale terug te zetten op het vooralarm, kan het tot 10 seconden duren
voor de vooralarmtonen op het bediendeel opnieuw worden gestart.
Als het systeem is ingeschakeld, worden de toegewezen blokken onmiddellijk uitgeschakeld
wanneer u een Sleutelschakelaar gebruikt. Er vindt geen aftelling voor de ingangstijd plaats.
Het kenmerk Deelbeveiliging van de functie Sleutelschakelaar staat standaard ingesteld
op 0 (uitgeschakeld). Met de standaard functie Sleutelschakelaar wordt het systeem
ingeschakeld. Als u het systeem deelbeveiligd wilt inschakelen met de sleutel, moet
het kenmerk Deelbeveiligd worden ingeschakeld.
#
toe aan de sleutelzonefunctie zodat het systeem direct wordt
Programmeer Zones [52]
Blokfunctie.
bij
123

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Galaxy flex+Galaxy flex 20Galaxy flex 50Galaxy flex 100

Inhoudsopgave