Bijlage G: Randapparatuur
Ethernetmodule
Dankzij de ethernetmodule kunnen Galaxy-panelen met ondersteuning voor Intellibus
via LAN- (Local Area Network) en WAN-netwerken (Wide Area Network) communiceren
voor alarmsignalering, remote servicing en integratie met andere systemen.
Installatie-instructies
De module installeren:
1.
Zorg dat het paneel is uitgeschakeld of zich in de automatische detectiemodus bevindt
(menuoptie 72=AUTO DETECT).
2.
Haal de ethernetmodule uit de verpakking.
3.
Plaats jumper P3.
4.
Plaats de ethernetmodule in de behuizing van de centrale in het modulerek
dat het dichtst bij de printplaat van de centrale is gemonteerd.
5.
Haal de 15V-voedingskabel van de printplaat van de centrale los.
6.
Verbind de Intellibus-kabel van de paneelconnector PL3 met connector
P2 op de ethernetmodule.
7.
Verbind de voedingskabel van J4 op de ethernetmodule met SK3 op het PCB-paneel.
8.
Verbind de Cat5-kabel met de ethernetconnector J3.
9.
Verbind de 15V-voedingskabel met J5 op de ethernetmodule.
10. Als het systeem is uitgeschakeld, kunt u de voeding nu inschakelen en controleren
of de module werkt (zie het gedeelte Diagnose test).
260
Galaxy Flex/Flex+
Installatiehandleiding