Honeywell Galaxy Flex Installatiehandleiding pagina 161
Verberg thumbnails
Zie ook voor Galaxy Flex:
- Installatiehandleiding (252 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (36 pagina's) ,
- Verkorte installatiehandleiding (8 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Galaxy Flex/Flex+ -
Installatiehandleiding
Triggers [56.1.2.1.2]
Wanneer u de optie selecteert, wordt de eerste triggergebeurtenis weergegeven (zie Tabel 10
voor een lijst van beschikbare triggers). Dit zijn de gebeurtenissen en alarmmeldingen
die naar de alarmcentrale of de computer worden verzonden. Als de triggerstatus is ingesteld
op 1=Aktief, zorgt de activering van een gebeurtenis ervoor dat de gebeurtenisgegevens
worden verzonden naar de ontvanger.
U kunt triggergebeurtenissen als volgt in- of uitschakelen:
1.
Blader naar de trigger die u wilt in- of uitschakelen en druk vervolgens op
2.
Druk op 1 om in te schakelen of 0 om uit te schakelen en druk vervolgens op
AUX 1 Doormelding [56.1.2.2]
In dit gedeelte kunt u een aparte volgorde configureren voor het verzenden van rapporten
naar ontvangers wanneer dubbele melding vereist is. Programmering van Secundaire
doormelding is identiek aan die van ARC-doormelding.
Aux 2 Doormelding [56.1.2.3]
Aux 3 Doormelding [56.1.2.4]
In deze gedeelten kunt u aanvullende alarmsignalering programmeren met een lagere
prioriteit.
Aux 2 en Aux 3 zijn geprogrammeerd zoals de Primaire Doormelding [56.1.2.1].
DTMF Doormelding [56.1.2.5]
In dit gedeelte kunt u alarmsignalering in DTMF-indeling configureren. Deze wordt
geprogrammeerd op dezelfde manier als ARC-doormeldingen, maar gebruikt de
kanaaltriggers in plaats van de gebeurtenistriggers. Voor elk van de 8 verschillende kanalen
zijn er vier opties: 1 = Uitg.funkt, 2 = Uitg.status, 3 = Uitg.polar en 4 = Herstel. De eerste
drie opties worden op exact dezelfde manier geprogrammeerd als uitgangen. Zie
Programmeer Uitgangen [53] voor meer informatie. 4 = Herstel heeft de volgende
subopties: 0 = Alleen alarm en 1 = Herstellen.
Opmerking:
Gebruik DTMF-ontvangers alleen in deze volgorde.
Triggergebeurtenis
01=Paniek
02=Inbraak
03=Security
04=Custom zones
05=Brand
06=Inschakel Fout
07= Overbrugd
08=Sabotage
09=Inschakeling
10=Reset
Tabel 10 Triggergebeurtenissen
Triggergebeurtenis
11=Modules/communicatie
12=Elek.ST
13=Menu toegang
14=Storing
15=Geheugenzone
16=Toegang Geheugen
17=Zoneherstel
18=RF supervisie
19=Fout
Communicatie [56]
ent
.
ent
.
161
Advertenties
Inhoudsopgave
