Programmeer Zones [52]
Opmerking:
De werking van een Sleutelschakelaarzone kan worden uitgebreid naar
de in- en uitschakeling van meerdere blokken door bij het toewijzen
van een blok aan een zone te drukken op
De standaardprogrammering van de functie Sleutelschakelaar vereist een tijdelijke
weerstandsovergang van 1kΩ naar 2kΩ, zowel bij het in- als uitschakelen van het systeem.
Als de aangesloten sleutelschakelaar een vergrendelingsmechanisme heeft, druk dan op
bij het toewijzen van de functie. Het display geeft aan dat 09=SLEUTELSCHAKELAAR
is toegewezen. De Sleutelschakelaar werkt als volgt: 1 kΩ naar 2 kΩ schakelt het systeem
in, 2 kΩ naar 1 kΩ schakelt het systeem uit.
Met de functie Sleutelschakelaar kunt u ook het resetten van het alarm programmeren
(zie optie Niveau sleutelschakelaar [51.14]). Als u aan de sleutelschakelaar een voldoende
hoog gebruikerstype toewijst om het alarmsituatie te resetten, wordt het alarm geannuleerd
en onmiddellijk gereset als het systeem met de sleutel wordt uitgeschakeld na het activeren
van een alarm.
Opmerking: De geactiveerde zones worden niet op het bediendeel weergegeven wanneer
een sleutel wordt gebruikt om het alarm te resetten.
10 Security Laatste
Deze zone heeft een dubbele functionaliteit:
Als het systeem is ingeschakeld, of als de in- of uitschakelprocedure is gestart,
gedraagt de zone zich als een zone met de functie Laatste.
Als het systeem is uitgeschakeld, werkt de zone als een zone met de functie Beveiliging.
Als u op
drukt tijdens het programmeren van een Beveiligde laatste zone,
wordt de ingangstijd van het blok verdubbeld.
Het openen van een beveiligde laatste zone tijdens de uitgangstijd, wordt op het bediendeel
gerapporteerd als een open zone. De E/E-signalering piept snel om aan te geven dat de zone
is geopend.
De beëindigingsfunctie van een Beveiligde laatste zone kan worden verlengd om de
inschakeling van meerdere blokken te beëindigen. Druk hiervoor op
van een blok aan een zone. Zie de ster
11 Deel laatste
Deze zone heeft een dubbele functionaliteit:
Als het systeem volledig is ingeschakeld, werkt de zone als een zone met
de functie Laatste.
Als het systeem deelbeveiligd is ingeschakeld, werkt de zone als een zone
met de functie Inbraak.
Als u op
drukt tijdens het programmeren van een Deel laatste-zone, wordt de ingangstijd
van het blok verdubbeld.
Het openen van een Deel laatste-zone tijdens de uitgangstijd wordt op het bediendeel
gerapporteerd als een open zone. De E/E-signalering piept snel om aan te geven dat de zone
is geopend.
124
Blokfunctie.
Galaxy Flex/Flex+ -
Installatiehandleiding
. Zie de ster
Blokfunctie.
bij het toewijzen