Galaxy Flex/Flex+ -
Installatiehandleiding
230VAC/Accu SIA Melding [51.71]
Met deze optie kunt u een SIA-gebeurtenis versturen als de accu bijna leeg is of als
er een probleem is met de netvoeding. Nadat de gebeurtenis is verzonden, stopt de
vertragingstijd voor netvoeding onmiddellijk die is ingesteld bij parameter 51.20.
Alarm Code [51.72]
Met deze optie definieert u het bereik van geldige oorzaakcodes, zoals met het ARC
(Alarm Receiving Centre) is overeengekomen. Wanneer deze functie is ingeschakeld,
moet de gebruiker een oorzaakcode invoeren om een systeemreset uit te voeren.
U kunt de functie uitschakelen door de alarmoorzaakcode op 000 in te stellen.
Bewaking Uitgeschakeld [51.73]
Met deze optie kunt u een gebruikerscode type 1 het systeem laten uitschakelen na
een alarm. Dit geeft gebruiker type 1 zestig (60) minuten om de oorzaak van het alarm
te controleren en het systeem in te schakelen. Zodra het systeem is ingeschakeld,
kan gebruiker type 1 het systeem niet meer uitschakelen.
MAX LEDs uit [51.76]
0= Uitgeschakeld LEDS zijn aan ongeacht de status van ingeschakelde blokken.
1= Ingeschakeld
Dwang code [51.77]
Met deze optie kunt u dwang toevoegen aan de kenmerken van een gebruiker.
0= Uitgeschakeld, 1= Ingeschakeld.
Ingangstijd 2 [51.78]
Deze optie is vergelijkbaar met Ingangstijd [51.05] maar beïnvloedt alleen zones die zijn
geprogrammeerd met functie 45 Alt. ingang.
Het programmeerbare bereik is 0–300 s. De standaardinstelling is 45 s.
Camera-PIR [51.79]
Met deze optie kunt u alle bedrade camera-apparaten gelijktijdig configureren. Als u één
camera-apparaat wilt configureren, gebruikt u in plaats daarvan menuoptie [52.4.zone.15].
01=LED modus
02= Pulse Count
Schakelt de MAX LED's uit bij ingeschakelde status (op een MAX
blijft LED 1 aan bij ingeschakelde status).
0=Uit (standaard), 1=Aan. Met deze functie kunt u instellen of
detectie wordt aangegeven met de LED-indicator.
Met deze optie kunt u de pulstelling instellen voor
alarmactivering (1 tot 4).
Parameters [51]
4
,
109