Galaxy Flex/Flex+ -
Installatiehandleiding
3= Dagstand
De uitgang wordt alleen geactiveerd door de aangepaste zone wanneer het
systeem is uitgeschakeld.
4= Altijd/24 Uur De uitgang wordt geactiveerd door de aangepaste zone wanneer het
systeem is ingeschakeld of uitgeschakeld.
Selecteer de uitgangstypen die u wilt toewijzen door op de toetsen
door of door het nummer van het gewenste uitgangstype in te voeren en de vereiste status
toe te wijzen. Wanneer alle uitgangstypen zijn geselecteerd, drukt u op
te keren naar het vorige menuniveau.
Zie voor een volledige lijst met uitgangstypen de optie Programmeer Uitgangen [53].
Status [64.2]
Het kenmerk Status bepaalt onder welke voorwaarden de aangepaste zone werkt.
De vier kenmerken van de optie Status zijn:
1=Dagstand
2=In/Uitgangstijd Activeert een alarm wanneer het systeem bezig is met in- en uitschakelen.
3=Deelbeveiligd
4=Nachtstand
De standaardinstelling voor de kenmerken van de optie Status is uitgeschakeld. Om ervoor
te zorgen dat de zone een alarm kan activeren, selecteert u het vereiste statuskenmerk met
A
B
de toetsen
of
en drukt u op
van een aangepaste zone met het systeem in de geselecteerde Status er een alarmsituatie
ontstaat en de toegewezen uitgangen worden ingeschakeld.
Opmerking:
De aangepaste zone kan indien vereist in alle vier de statussituaties functioneren.
Inschakelen [64.3]
Met het kenmerk Inschakelen wordt bepaald welke functie (indien van toepassing)
de aangepaste zone heeft bij het in- en uitschakelen van het systeem.
Start Inschakeling
1=
Start Ingangstijd
2=
SChakelt In
3=
De standaardinstelling voor de kenmerken van de optie Inschakelen is uitgeschakeld.
Als u de opties wilt inschakelen, selecteert u het gewenste kenmerk van de optie
Inschakelen met de toetsen
aangegeven dat het kenmerk ACTIEF is voor de aangepaste zone.
Opmerking:
Activeert een alarm wanneer het systeem wordt uitgeschakeld.
Activeert een alarm wanneer het systeem deelbeveiligd is ingeschakeld.
Activeert een alarm wanneer het systeem volledig is ingeschakeld.
#
. In het display wordt aangegeven dat door de activering
Start de aangepaste zone de inschakelprocedure, indien
ingeschakeld.
Start de aangepaste zone de uitschakelprocedure, indien
ingeschakeld
Beëindigt de aangepaste zone de inschakelprocedure, indien
ingeschakeld.
A
B
or
en drukt u op de toets #; in het display wordt
De aangepaste zone kan indien vereist worden toegewezen aan alle drie
de kenmerken van de optie Inschakelen maar u wordt aangeraden ofwel
Assemble zone [64]
A
B
en
te drukken of
esc
om terug
189