Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Programmeer Uitgangen [53] - Honeywell Galaxy Flex Installatiehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Galaxy Flex:
Inhoudsopgave

Advertenties

Galaxy Flex/Flex+ -
Installatiehandleiding

Programmeer Uitgangen [53]

Met deze optie kunt u de instellingen van de systeemuitgangen wijzigen. U kunt
ook de kenmerken van de uitgangen wijzigen. De programmeerbare opties zijn:
Kenmerken
1 = Uitgang Functie
2 = Uitgang Status
3 = Uitgang Polariteit
4 = Diagnose
opname
5 = Omschrijving
6 = Bediening
7 = Uitgang Blokken
Opmerking: Blokken verschijnen alleen als de Blokkenmode is ingeschakeld (raadpleeg Blokken [63.1])
Uitgangen selecteren
RIO-uitgangen
Wanneer u de optie opgeeft, wordt de eerste uitgang in het systeem op de bovenste regel
weergegeven met het uitgangsadres en functie. De polariteit en de toegewezen blokken
worden op de onderste regel weergegeven.
A
B
Gebruik
of
om door de uitgangen te bladeren of geef het adres van een specifieke
uitgang op.
ent
Druk op
om een uitgang in te stellen. Het eerste instelkenmerk 1= Uitgang Functie
wordt weergegeven.
Uitgangen van de centrale
Uitgangen 1 en 2 van de centrale gebruiken respectievelijk de adressen 1001 en 1002.
Luidspreker (3)
De luidsprekeruitgang is gemarkeerd als Output 3 op de printplaat. Het luidsprekeruitgang
is volledig programmeerbaar met adres 99-.
Bediendeel Uitgangen
De uitgangen van het bediendeel zijn volledig programmeerbaar. Het adres van de
bediendeeluitgang is gelijk aan het bediendeeladres, maar dan voorafgegaan door een
asterisk. De uitgang voor bijvoorbeeld bediendeel 16 is 16. De standaardfunctie van
bediendeeluitgangen is E/E signalering.
Beschrijving
Uitgangstype toewijzen
1 = Vasthoudend – reset vereist een geldige
code 2 = Meegaand – volgt activeringsstatus
van zones
3 = Puls (1–3000 sec.) – geactiveerd gedurende geprogrammeerde periode
0 = POS – gaat bij activering over van 12 V naar
0 V 1 = NEG – gaat bij activering over van 0 V
naar 12 V
Wijst uitgang toe die actief moet zijn tijdens diagnosetest.
Wijst een omschrijving toe van maximaal twaalf tekens aan elke uitgang.
1 = Mode (0=Uit, 1=Aan/uit,
2=Puls) 2 = Toon status (0=UIT,
1=AAN)
Blokken toewijzen aan de uitgang
Tabel 6 Uitgangskenmerken
Programmeer Uitgangen [53]
131

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Galaxy flex+Galaxy flex 20Galaxy flex 50Galaxy flex 100

Inhoudsopgave