Detectors aansluiten op zones
Detectors aansluiten op zones
Opmerking:
Het inleren van draadloze detectors wordt behandeld op pagina 29.
Zones zijn individuele invoercircuits die volledig kunnen worden geprogrammeerd in het
52 ent
menu Zones (
zones kunt wijzigen, ongebruikte zones kunt verwijderen en detectors kunt aansluiten.
Zoneadressering
Het zoneadres is als volgt ingedeeld:
Het RIO-adresbereik is 00 tot 12 en elke RIO ondersteunt maximaal 8 zones. Camerazones
gebruiken deze adressen in volgorde van aansluiting: 8001, 8011, 8021, 8031 en 8041.
Opmerking:
RIO 100 en 101 zijn de vaste, ingebouwde RIO-adressen.
De adressering van ingebouwde zones is als volgt:
Zone
1
2
3
4
5
6
Gebruik desgewenst het menu Omschrijving (
Zoneconfiguratie
Opmerking:
De responstijd van het circuit (de periode dat de zone een status moet
behouden om een wijziging in de omstandigheid vast te leggen) is 300 ms.
De standaard zoneconfiguratie is 1 kΩ double balanced met foutcontrole via een 3kΩ-
weerstand (preset 11). In de volgende configuratie wordt er een antimaskvoorwaarde
gegenereerd als gelijktijdig een alarm en fout worden gesignaleerd.
1.
Sluit eventuele ongebruikte zone-ingangen af met een 1kΩ-weerstand en programmeer
deze als RESERVE (menu 52.1.x.1=18).
2.
Pas de zoneconfiguraties en de instelwaarden van de weerstanden indien nodig
aan in het menu Wrst.Selekt. (
18
). In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de standaardinstellingen voor
Adres
1001 (Laatste)
1002 (Volgzone)
1003 (Inbraak)
1004 (Inbraak)
1011 (Inbraak)
1012 (Inbraak)
51 ent 46 ent
Zone
Adres
7
1013 (Inbraak)
8
1014 (Inbraak)
9
1015 (Inbraak)
10
1016 (Inbraak)
11
1017 (Inbraak)
12
1018 (Inbraak)
52 ent 2 ent
) om uw zones te benoemen.
).
Galaxy Flex/Flex+ -
Installatiehandleiding