Functies inschakelen
Wanneer u het systeem inschakelt met een onderdrukte fout of sabotageconditie, wordt op het
display de onderdrukte functie in plaats van de ingeschakelde modus weergegeven met het
overbrugbericht dat in de menufunctie Overbruggen is beschreven. De conditie Overbruggen
wordt opgeslagen in het logboek en blijft gedurende slechts één vaste periode bewaard. Wanneer
alle blokken die beïnvloed worden door het onderdrukken worden uitgeschakeld, wordt de
onderdrukstatus gewist. Een overbrugherstel wordt in het logboek vastgelegd bij uitschakeling.
Indien er tijdens een inschakelpoging omstandigheden zijn die niet zijn hersteld en niet
kunnen worden onderdrukt, wordt het systeem niet ingeschakeld. Op het display wordt
de banner RESET CENTRALE RESET GEVRAAGD weergegeven met elke 30
seconden een korte pieptoon.
Functies inschakelen
De centrale biedt een reeks functies die de gebruiker helpen bij het in- en uitschakelen
van het systeem.
Inschakelstatus weergeven
Controleer of Blokstatus is ingeschakeld (zie Blokstatus [58.8]). Druk tegelijkertijd
#
op
en
om de inschakelstatus van blokken weer te geven.
O = Open
G = Gereed
I = Ingeschakeld
D = Deelbeveiliging
ingeschakeld
N = Nachtstand
L = Lockout
– = Blok niet toegewezen aan bediendeel
Opmerking:
De Blokstatus geeft de ingeschakelde condities aan van blokken wanneer
het systeem is ingeschakeld (blanco bediendeel) of uitgeschakeld
(normale banner). Blokstatus werkt niet in de installateurmodus.
Druk nogmaals op
Als u elke afzonderlijke groep wilt zien, druk dan tegelijkertijd op
Druk nogmaals op
Multibloksystemen
De Flex100/Flex100+-centrales beschikken over 16 blokken. Deze worden weergegeven
op het bediendeel in blokken van acht blokken, die zijn onderverdeeld in A en B.
46
#
en
om te schakelen tussen de statussen van de afzonderlijke blokken.
08:58 DIN 22 NOV
A1U Blok A1
#
en
om de banner weer weer te geven op het bediendeel.
STATUS
12345678
Blokken GGIGLDOD
blok A1 is uitgeschakeld
Galaxy Flex/Flex+ -
Installatiehandleiding
blokgroep
A,
B.
en
of
en