Programmeer Uitgangen [53]
22 Video (Puls)
Deze uitgang wordt geactiveerd door de videozone en kan worden gebruikt
om videorecorder- of videotransmissiesystemen te activeren.
23 FTC Fout (Vasthoudend)
Deze uitgang wordt geactiveerd zodra er sprake is van een communicatiefout op de
telefoonlijn van de telecommodule. Bij een communicatiefout wordt de resterende
periode die is opgegeven bij Sirene Vertraging onderdrukt.
27 Brand Vertraagd (Vasthoudend)
Deze uitgang wordt geactiveerd wanneer een brandzone wordt geactiveerd. De vertraging
voor de activering is afhankelijk van de parameter 51.03=Herstel Tijd. De uitgang Brand
Vertraagd wordt niet beïnvloed door de parameter Automatische reset, maar wordt
vergrendeld en blijft actief tot een geldige code (type 2 of hoger) wordt ingevoerd.
28 Flitser B (Vasthoudend)
Wanneer het systeem is ingeschakeld, wordt deze uitgang op basis van de paramater Sirene
Vertraging geactiveerd bij een volledige alarmgebeurtenis. De uitgang Flitser B is gelijk aan
Flitser A, maar blijft aan het eind van de sirenetijd actief tot de uitgang wordt uitgeschakeld.
29 Klok A (Meegaand)
Deze wordt bestuurd door de optie Klok A (zie Klokken [65]) en geactiveerd volgens
de geprogrammeerde in- en uitschakeltijden die aan de functie zijn toegewezen.
30 Klok B (Meegaand)
Deze uitgang wordt bestuurd door het menu Klok B (zie Klokken [65]) en geactiveerd
volgens de geprogrammeerde in- en uitschakeltijden die aan de functie zijn toegewezen.
Opmerking: Als de uitgangen Klok A of B zijn geprogrammeerd in de mode Vasthoudend
kunnen ze deze alleen worden gereset met een gebruikerscode die toegang
biedt tot alle blokken die aan de klok in kwestie zijn toegewezen.
31 Looptest (Meegaand)
De uitgang Looptest wordt geactiveerd zodra een zone wordt getest die deel uitmaakt
van de looptest (zie menu 31 = Looptest).
Opmerking: De uitgang Looptest wordt alleen geactiveerd als hoorbare looptest
is geselecteerd.
32 Zone Overbrugd (Meegaand)
Deze uitgang wordt geactiveerd door 11=OVERBRUG ZONES of door 54=
PROGRAMMEER LINKEN, zodra een zone uit het systeem wordt overbrugd. Als het
kenmerk Uitgangsmodus wordt toegewezen als:
Meegaand (standaard), blijft de uitgang actief tot de zone wordt hersteld.
Vasthoudend, de uitgang wordt gereset als een geldige code wordt ingevoerd.
142
Galaxy Flex/Flex+ -
Installatiehandleiding