Honeywell Galaxy Flex Installatiehandleiding pagina 54
Verberg thumbnails
Zie ook voor Galaxy Flex:
- Installatiehandleiding (252 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (36 pagina's) ,
- Verkorte installatiehandleiding (8 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Display Geheugen [22, gebruikersmenu 3]
Als groepsmodus is ingeschakeld (zie Opties [63]) en de gebruikerscode blokkeuze heeft
(zie Wijzig Codes [42]), worden de beschikbare blokken weergegeven voor selectie. Druk
op het cijfer van de blokken die u wilt weergeven. De N onder het geselecteerde blok
verandert in een knipperende J. Als alle vereiste blokken zijn geselecteerd, drukt
ent
u op
om het logboek te openen. Alleen de gebeurtenissen in de geselecteerde blokken
worden weergegeven.
Als u het logboek opent, wordt de meest recente gebeurtenis als eerste weergegeven.
A
B
Gebruik
of
om door de gebeurtenissen te bladeren. Houd een van de toetsen ingedrukt
als u snel door de gegevens wilt bladeren.
Het begin en het einde van het gebeurtenissenlogboek sluiten op elkaar aan. Het bericht
BEGIN of EINDE wordt kort weergegeven wanneer de volgende pagina wordt
weergegeven.
De volgende informatie wordt weergegeven in het gebeurtenissenlogboek:
Tijdstip gebeurtenis.
Datum waarop de gebeurtenis plaatsvond.
Gebeurtenis - informatie over het type gebeurtenis dat heeft plaatsgevonden. Bepaalde
gebeurtenissen worden weergegeven met een + (dit geeft aan dat de gebeurtenis
is gestart of geactiveerd) of een – (dit geeft aan dat de gebeurtenis is beëindigd
of uitgeschakeld).
Gebruiker - wisselende weergave van de naam en het nummer van de gebruiker
die de gebeurtenis heeft gestart. Als de gebeurtenis bijvoorbeeld is gekoppeld
aan een gebruikerscode, een alarmactivering of de sluiting van een laatste zone,
wordt er geen gebruikersinformatie weergegeven.
#
Druk op
om aanvullende informatie over bepaalde gebeurtenistypen in het logboek
te bekijken:
Bij gebruikersgebeurtenissen worden het bediendeel, het gebruikerstype en de blokken
die betrekking hebben op de gebeurtenis, weergegeven.
Bij alarmgebeurtenissen wordt de zoneomschrijving weergegeven, indien
geprogrammeerd.
Bij RF-zones met looptest wordt de gemeten signaalsterkte van iedere RF-component
weergegeven.
REM CALL-gebeurtenissen beelden het Externe Station-id af van de Remote Servicing
software dat zorgde voor de verbinding met de centrale.
B = bediendeel
54
10:24 ZO 01 JAN
B10
L7
AB-lijn
bediendeeladres
Galaxy Flex/Flex+ -
Installatiehandleiding
gebruikerstype (gebruikersniveau)
Advertenties
Inhoudsopgave
