Functies inschakelen
Galaxy Flex/Flex+ -
Installatiehandleiding
Ingangstijd
Het systeem start de uitschakelprocedure als een laatste of ingangszone wordt geactiveerd.
De E/E-signalering pulseren langzaam om aan te geven dat het aftellen van de ingangstijd is
gestart. De gebruiker moet direct via de afgesproken ingangsroute naar het bediendeel lopen
om het systeem uit te schakelen voordat de ingangstijd is verstreken. Als 75% van de
ingangstijd voorbij is, gaan de E/E-signalering snel pulseren om aan te geven dat de
ingangstijd bijna voorbij is.
Tijdsoverschrijding (langzame binnenkomst)
Als de ingangstijd verstrijkt voordat een geldige code is ingevoerd om het blok uit te
schakelen, treedt er een volledig alarm op. Dit alarm wordt in het gebeurtenissenlogboek
opgeslagen als TYD OVRS. voor het blok dat uitgeschakeld had moeten worden.
Afwijken van de toegangsroute
Als de gebruiker gedurende de toegangsprocedure van de afgesproken ingangsroute afwijkt,
treedt er een volledig alarm op.
Hersteltijd
Als een gebruiker de ingangstijd overschrijdt of van de ingangsroute afwijkt, treedt er een
volledig alarm op. Het activeren van de inbraakuitgang kan echter worden uitgesteld om de
gebruiker gelegenheid te bieden een alarmdoormelding naar de meldkamer te voorkomen.
De parameter Hersteltijd kan ook zo worden geprogrammeerd dat een Inbraakalarm
wordt geactiveerd als de ingangstijd wordt overschreden of een zone wordt geactiveerd.
Door het invoeren van een geldige code wordt het alarm gestopt en de Inbraakuitgangen
gedeactiveerd zonder de noodzaak het systeem te resetten.
Inschakelmelding afbreken
Zones die zijn geopend gedurende de uitgangstijd, worden doorgegeven aan de gebruiker
via een snelle hoorbare toon van de E/E-signalering. Op het bediendeel worden de geopende
zones weergegeven en wordt aan de gebruiker gevraagd de inschakelprocedure te stoppen
esc
door op
te drukken. Deze melding voorkomt dat gebruikers zich (laten) insluiten
in een beveiligd gebouw.
Inschakelen niet mogelijk
Optie Programmeer Uitgangen [53], Uitgang Functie 40 Niet Ingeschakeld kan worden
geactiveerd als volledige inschakeling niet heeft plaatsgevonden na een geprogrammeerde
tijdsduur vanaf de start van de inschakelprocedure. Dit wordt bepaald door de optie Niet
Ingeschakeld [51.35].
Stroomuitval bij ingeschakeld systeem
Als de stroom na een stroomuitval (wisselstroom) of accustoring (gelijkstroom)
wordt hersteld, wordt direct geprobeerd terug te keren naar dezelfde inschakelstatus,
volledig of deelbeveiligd, als voor de stroom uitviel.
48