HP 40gs Dutch.book Page 36 Friday, December 9, 2005 2:36 AM
ISOLATE
14-36
SUBST Y X ( )
(
=
X
+
cC0 COS X ( )
⋅
+
- - - - - - - - - - - - - - - -
hetgeen het volgende oplevert:
⋅
x ( )
(
2
cos
+
x
y x ( )
--------------------------------------------------------------------------------- -
=
Voorbeeld 2
Los op:
y" + y = cos(x)
y(0) = 1 y'(0) = 1
Het is mogelijk om voor de constanten vanaf het begin op
te lossen.
Als u het volgende typt:
DESOLVE((d1d1Y(X)+Y(X)=COS(X))
AND (Y(0)=1) AND (d1Y(0)=1),Y(X))
krijgt u:
2
+
x
Y x ( )
⋅
----------- -
=
cos
x
+
2
De nulpunten van een uitdrukking
ISOLATE geeft de waarden die de nulpunten van een
uitdrukking of vergelijking zijn.
ISOLATE heeft twee parameters: een uitdrukking of
vergelijking, en de naam van de variabele die moet
worden geïsoleerd (waarbij REALASSUME wordt
genegeerd).
Als u het volgende typt:
4
ISOLATE(X
-1=3,X)
krijgt u in reële modus:
(x = √2) OR (x = −√2)
en in complexe modus:
(x = √2 · i) OR (x = −√2) OR
(x = −(√2 · i)) OR (x = √2)
⋅
2
cC1
⋅
SIN X ( ) cC0
,
=
2
⋅
)
⋅
x ( )
+
2
cC1
sin
2
x ( )
sin
Computeralgebrasysteem (CAS)
1 )