Bediening
Niet actief — Als AUDIO ALARM UIT niet actief is, verschijnt het niet op het
•
monitoringscherm. In plaats daarvan blijft het pictogram ALARM DEMPEN wit op
een grijze achtergrond.
Actief — Als AUDIO ALARM UIT actief is, wordt het pictogram ALARM DEMPEN
•
vervangen door het pictogram AUDIO UIT. Het pictogram AUDIO UIT is geel op
een grijze achtergrond en vermeldt de resterende tijd. Een rood alarmpictogram
boven de alarmgrenzen geeft aan dat er sprake is van een actieve AUDIO ALARM
UIT status.
Opmerking:
De zorgverlener kan akoestische SPD-Waarschuwingen uitschakelen naast AUDIO
ALARM UIT. Hiervoor moet ook een bevoegde servicetechnicus toegang hebben tot
de Servicemodus.
Opmerking:
Voor instituten die de voorkeur geven aan alleen visuele alarmen, maar de
zorgverlener toestaan de helderheid van de achtergrondverlichting te minimaliseren
of uit te schakelen, kan het nuttig zijn de bevoegde servicetechnicus te laten
controleren of de optie SCHERM ACTIVEREN BIJ ALARM ingeschakeld blijft.
Beheer visuele alarmen
4.4.8
WAARSCHUWING:
Het monitoringsysteem is uitsluitend bedoeld als hulpmiddel bij de
beoordeling van de patiënt. Het apparaat dient te worden gebruikt in
combinatie met klinische signalen en symptomen.
De fabrieksinstelling voorziet in zowel visuele als akoestische alarmen voor
alarmcondities. Instituten kunnen ervoor kiezen de zorgverlener de
achtergrondverlichting uit te laten schakelen of te dimmen, waardoor ook de
visuele alarmen worden gedimd. De fabrieksinstelling is inschakelen van de optie
SCHERM ACTIVEREN BIJ ALARM. Het monitoringsysteem wordt dan volledig
helder tijdens een alarmconditie. Referentie
p. 4-27.
Opmerking:
Zorgverleners kunnen de patiënt extern bewaken. Referentie
Verplegingoproepinterface
akoestische alarmen mogen uitschakelen en de helderheid van de visuele alarmen of
achtergrondverlichting kunnen dimmen of uitschakelen, moet worden voorkomen
4-50
Menu
gebruiken, p. 5-19. In instituten waar zorgverleners alle
BEELDSCHERMINSTELLINGEN,
Gebruiksaanwijzing