11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
Gebruiksaanwijzing
Pictogram modus Neonaat
SpO
bovenste en onderste
2
grenzen
Dynamische %SpO
-waarde
2
SPD pictogram en
gevoeligheidswaarde
Bovenste en onderste grens
pulsfrequentie (SPM)
Real-time waarde pulsfrequentie
(SPM)
Slotpictogram
Indicator Interferentie
Indicator Puls Zoeken
Pictogram Helpinformatie
Grafiek met trendgegevens
Pictogram Menuselectie
Duidt erop dat de alarmgrenzen zijn ingesteld op
neonatale grenswaarden en niet op volwassen
grenswaarden.
Toont de actuele bovenste en onderste alarmgrenzen
rechts naast de dynamische SpO
Duidt op de SpO
-saturatieniveaus. Blauwgroene SpO
2
waarden worden nul tijdens GEEN PULS-condities. Wordt
voortdurend bijgewerkt tijdens Puls Zoeken.
Wordt van onder naar boven gevuld naarmate het
desaturatiepatroon in de SpO
wordt van boven naar onder leeggemaakt naarmate het
patroon minder ernstig wordt. Zodra het pictogram
volledig is gevuld, klinkt er een alarm.
Toont de actuele bovenste en onderste alarmgrenzen
rechts naast de dynamische pulsfrequentiewaarde.
Duidt op de pulsfrequentie in slagen per minuut. De
groene pulsfrequentiewaarden worden nul tijdens GEEN
PULS-condities.
Maakt het mogelijk alle reacties op aanraking van het
monitoringscherm te blokkeren, met uitzondering van
het slotpictogram.
Gaat branden zodra het inkomende signaal onvoldoende
of verslechterd is. Referentie
kunnen
beïnvloeden, p. 6-1.
Knippert tijdens het zoeken naar een puls of brandt
ononderbroken tijdens GEEN PULS-condities.
Biedt toegang tot de helpfunctie op het scherm.
Indrukken voor beschrijvingen en suggesties.
Bevat trendgegevens van de patiënt, gebaseerd op het
type trendgegevens en de tijdschaal van de
trendgegevens.
Biedt toegang tot menu's. Indrukken om alarmgrenzen,
de historie van patiënttrendgegevens, de schermselecties,
de verbindingsinstellingen en de akoestische en visuele
instellingen te wijzigen.
Productweergaven
-waarde.
2
-
2
-trend ernstiger wordt en
2
Factoren die de werking
2-5