Akoestische alarmen en indicatoren
2.8.4
WAARSCHUWING:
Door op ALARM DEMPEN te drukken, blijven ALLE alarmen stil tijdens de
alarmonderdrukkingsperiode.
WAARSCHUWING:
Wanneer de zorgverlener een SPD-alarm onderdrukt, wordt de index die
herhalingspatronen van desaturatie constateert, gereset en ALLE alarmen
onderdrukt.
WAARSCHUWING:
Het monitoringsysteem is uitsluitend bedoeld als hulpmiddel bij de
beoordeling van de patiënt. Het apparaat dient te worden gebruikt in
combinatie met klinische signalen en symptomen.
Let op:
Als u niet bij elke puls een pieptoon hoort, betekent dit dat het volume van
de pulstoon is uitgeschakeld, dat de luidspreker defect is of dat er een
probleem met het signaal is. Reset het apparaat.
Let op:
Wanneer de zorgverlener een primair akoestisch alarm niet binnen twee (2)
minuten oplost, zal het akoestische alarm opschalen naar een hogere
frequentie.
Akoestische indicatoren zijn aanhoudende en pieptonen. Akoestische alarmen
variëren aan de hand van de prioriteit van het alarm. De zorgverlener kan
ervoor kiezen een alarm te onderdrukken door op ALARM DEMPEN te
drukken. Voor elke alarmconditie die langer dan twee (2) minuten bestaat, zal
het monitoringsysteem het urgentieniveau van het akoestische alarmsignaal
opschalen door de frequentie te verhogen.
Opmerking:
Zorgverleners kunnen de patiënt extern monitoren. Referentie
Verplegingoproepinterface
akoestische alarmen mogen uitschakelen en de helderheid van de
achtergrondverlichting kunnen dempen of uitschakelen, moet worden voorkomen
dat zowel de akoestische als de visuele alarmen worden gereduceerd, tenzij er gebruik
wordt gemaakt van een extern monitoringsysteem. Ook wanneer een extern
monitoringsysteem wordt gebruikt, moeten de zorgverleners attent blijven en de
patiënten regelmatig controleren.
Gebruiksaanwijzing
gebruiken, p. 5-19. In instellingen waar zorgverleners alle
Gebruikersinterface
2-13